ECLI:NL:RBDHA:2018:2350
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.F.Th. de Roos
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en Dublinverordening: Verantwoordelijkheid van Polen en risico op detentie
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 28 februari 2018, betreft het een asielaanvraag van eisers met de Russische nationaliteit die in Nederland asiel hebben aangevraagd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvragen niet in behandeling genomen, omdat Polen verantwoordelijk is voor de behandeling van deze aanvragen op basis van de Dublinverordening. Eisers hebben beroep ingesteld tegen deze besluiten. Tijdens de zitting op 15 februari 2018 is eiser bijgestaan door zijn gemachtigde, terwijl de staatssecretaris zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Eisers hebben eerder asiel aangevraagd in Polen en de Poolse autoriteiten hebben ingestemd met de terugname van eisers. De rechtbank overweegt dat het aan eisers is om aan te tonen dat Polen zijn internationale verplichtingen niet nakomt. De rechtbank concludeert dat eisers hierin niet zijn geslaagd. De Poolse autoriteiten hebben de verplichting op zich genomen om de asielaanvragen van eisers te behandelen, en eisers kunnen hun asielmotieven opnieuw in Polen naar voren brengen.
Eisers hebben betoogd dat er geen effectieve remedie tegen refoulement bestaat en dat er risico's zijn op detentie bij terugkeer naar Polen. De rechtbank oordeelt echter dat de aangevoerde argumenten en documenten niet voldoende zijn om aan te tonen dat Polen niet aan zijn verplichtingen zal voldoen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.