ECLI:NL:RBDHA:2018:2344
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- M.J.L. Holierhoek
- M.I.P. Buteijn
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag Libische verzoeker
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 26 februari 2018 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van een Libische verzoeker. De verzoeker had op 19 oktober 2017 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in Nederland. Echter, bij besluit van 25 januari 2018 heeft de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Italië verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag. Hierop heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 21 februari 2018, waar partijen zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. Tijdens de zitting was ook een tolk aanwezig. De rechtbank heeft in een eerdere uitspraak, die op dezelfde dag werd gedaan, het beroep in de bodemzaak (zaaknummer NL18.1749) ongegrond verklaard. Dit had directe gevolgen voor het verzoek om voorlopige voorziening, dat nu werd behandeld.
De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding is om het verzoek om een voorlopige voorziening toe te wijzen, en heeft dit verzoek afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.