ECLI:NL:RBDHA:2018:2344

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
26 februari 2018
Publicatiedatum
28 februari 2018
Zaaknummer
NL18.1750
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag Libische verzoeker

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 26 februari 2018 uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van een Libische verzoeker. De verzoeker had op 19 oktober 2017 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in Nederland. Echter, bij besluit van 25 januari 2018 heeft de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Italië verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag. Hierop heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.

De zitting vond plaats op 21 februari 2018, waar partijen zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigden. Tijdens de zitting was ook een tolk aanwezig. De rechtbank heeft in een eerdere uitspraak, die op dezelfde dag werd gedaan, het beroep in de bodemzaak (zaaknummer NL18.1749) ongegrond verklaard. Dit had directe gevolgen voor het verzoek om voorlopige voorziening, dat nu werd behandeld.

De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding is om het verzoek om een voorlopige voorziening toe te wijzen, en heeft dit verzoek afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL18.1750
uitspraak van de voorzieningenrechter van 26 februari 2018 op het verzoek om een voorlopige voorziening in de zaak tussen

[verzoeker], verzoeker

(gemachtigde: mr. M.C.M. van der Mark),
en

de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder

(gemachtigde: L. Verheijen).

Procesverloop

Bij besluit van 25 januari 2018 (het bestreden besluit) heeft verweerder verzoekers aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, tezamen met de behandeling van de zaak NL18.1749, plaatsgevonden op 21 februari 2018. Partijen hebben zich laten vertegenwoordigen door
hun gemachtigde. Als tolk is verschenen A. Benmohamed.

Overwegingen

1. Verzoeker heeft de Libische nationaliteit en is geboren op [geboortedatum]. Hij heeft op 19 oktober 2017 een aanvraag ingediend tot verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in Nederland.
2. Bij uitspraak van vandaag heeft de rechtbank het beroep in de bodemzaak, zaaknummer NL18.1749, waarover dit verzoek om voorlopige voorziening gaat ongegrond verklaard.
3. De voorzieningenrechter zal daarom het verzoek om een voorlopige voorziening afwijzen.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.J.L. Holierhoek, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.I.P. Buteijn, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 26 februari 2018.
griffier
voorzieningenrechter
Afschrift verzonden of digitaal ter beschikking gesteld aan partijen op:

Rechtsmiddel