ECLI:NL:RBDHA:2018:2298

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 januari 2018
Publicatiedatum
27 februari 2018
Zaaknummer
AWB - 17 _ 5327
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid beroep huurtoeslag 2014 en terugverwijzing naar Belastingdienst

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 januari 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, wonende te [plaats], en de Belastingdienst/Toeslagen, kantoor [plaats]. Eiseres had een bezwaarschrift ingediend tegen de definitieve berekening van haar huurtoeslag voor het berekeningsjaar 2014, die door de Belastingdienst op 3 juli 2015 was vastgesteld op € 1.900. Eiseres had eerder een voorschot huurtoeslag van € 3.253 ontvangen, maar moest nu een bedrag van € 1.353 terugbetalen. Eiseres stelde dat zij het terug te betalen bedrag niet kon voldoen en diende een beroepschrift in, dat op 28 juli 2017 door de rechtbank was ontvangen.

Tijdens de zitting op 9 januari 2018 was eiseres aanwezig, terwijl de Belastingdienst vertegenwoordigd werd door [X]. De rechtbank overwoog dat er nog geen beslissing op het bezwaar van eiseres was genomen, wat volgens artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) noodzakelijk is voordat beroep kan worden ingesteld. De rechtbank concludeerde dat het beroep van eiseres niet-ontvankelijk was, omdat er geen beslissing op bezwaar was genomen. De rechtbank heeft de zaak terugverwezen naar de Belastingdienst voor verdere behandeling.

De rechtbank merkte op dat de vordering huurtoeslag over het berekeningsjaar 2014 door eiseres inmiddels geheel was voldaan en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Tevens werd het griffierecht aan eiseres geretourneerd. De uitspraak werd gedaan door mr. E.I. Batelaan-Boomsma, in aanwezigheid van griffier mr. B. van Eeuwijk, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Team belastingrecht
zaaknummer: SGR 17/5327

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 januari 2018 in de zaak tussen

[eiseres], wonende te [plaats], eiseres,

en

Belastingdienst/Toeslagen, kantoor [plaats], verweerder.

Procesverloop

Verweerder heeft bij beschikking van 3 juli 2015 het voorschot huurtoeslag voor het berekeningsjaar 2014 definitief berekend op een bedrag van € 1.900.
Eiseres heeft een bezwaarschrift ingediend.
Vervolgens heeft eiseres bij brief, ontvangen door de rechtbank op 28 juli 2017, beroep ingediend bij de rechtbank.
Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en heeft bij brief van 13 december 2017 de rechtbank bericht dat nog geen beslissing op bezwaar is genomen.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 9 januari 2018.
Eiseres is verschenen. Namens verweerder is [X].

Overwegingen

Feiten
1. Aan eiseres is met dagtekening 27 december 2013 een voorschot huurtoeslag over het berekeningsjaar 2014 toegekend van € 3.253.
2. Bij beschikking van 3 juli 2015 is de huurtoeslag 2014 definitief berekend op een bedrag van € 1.900. Eiseres dient een bedrag van € 1.353 aan huurtoeslag terug te betalen.
3. Eiseres heeft hiertegen bij verweerder een bezwaarschrift ingediend.
4. Eiseres heeft bij brief, met als briefhoofd ‘bezwaar tegen huurtoeslag 2014’ een beroepschrift ingediend tegen de definitieve berekening huurtoeslag 2014. Dit gedingstuk is op 28 juli 2017 ontvangen door de rechtbank.
Geschil5. In geschil is of eiseres ontvankelijk is in haar beroep.
6. Eiseres stelt dat zij het terug te betalen bedrag aan huurtoeslag niet kan betalen.
7. Verweerder verzoekt de rechtbank de zaak terug te verwijzen aangezien er nog geen beslissing op bezwaar in deze zaak is genomen.
Beoordeling van het geschil
8. Alvorens het beroep inhoudelijk te beoordelen dient de rechtbank na te gaan of er sprake is van een ontvankelijk beroep.
9. Ingevolge artikel 8:1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een belanghebbende tegen een besluit beroep instellen bij de rechtbank.
10. In artikel 7:1 van de Awb is bepaald dat beroep pas kan worden ingesteld als er een beslissing op bezwaar is genomen.
11. Het beroepschrift van eiseres is gericht tegen de definitieve berekening huurtoeslag 2014 van 3 juli 2015. Nu verweerder nog geen beslissing op bezwaar heeft genomen, is beroep in de zin van artikel 8:1 van de Awb nog niet mogelijk. Het beroep moet daarom niet-ontvankelijk worden verklaard.
12. Van omstandigheden als bedoeld in artikel 6:10 van de Awb is de rechtbank niet gebleken. De rechtbank zal de zaak, conform het verzoek van verweerder, terugverwijzen ter verdere behandeling.
13. Voor de goede orde merkt de rechtbank op dat ter zitting is vastgesteld dat de vordering huurtoeslag over het berekeningsjaar 2014 door eiseres geheel is voldaan.
Proceskosten
14. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
15. In de gang van zaken ziet de rechtbank aanleiding om het griffierecht aan eiseres te retourneren.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
  • draagt de zaak aan verweerder over om een beslissing op bezwaar te nemen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.I. Batelaan-Boomsma, rechter, in aanwezigheid van
mr. B. van Eeuwijk, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
30 januari 2018.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na verzending hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019,
2500 EA [plaats]. (Nadere informatie www.raadvanstate.nl)