2.3.De beroepsgrond slaagt.
3. Het beroep tegen het terugkeerbesluit is gegrond. De rechtbank zal dit besluit vernietigen wegens strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht.
4. Op grond van artikel 66a, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vw, gelezen in samenhang met de artikelen 62 en 62a van deze wet, is voor de uitvaardiging van een inreisverbod een terugkeerbesluit vereist. Nu de rechtbank het terugkeerbesluit vernietigt, ontvalt de grondslag aan het inreisverbod.
5. Het beroep tegen het inreisverbod is gegrond. De rechtbank zal dit verbod vernietigen wegens strijd met de onder 4 vermelde bepalingen uit de Vw.
6. Voor inbewaringstelling op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vw is een terugkeerbesluit vereist. Nu de rechtbank dat besluit vernietigt, ontvalt de grondslag aan de maatregel van bewaring.
7. Voorts voert eiser terecht aan dat verweerder in de maatregel van bewaring niet toereikend heeft gemotiveerd dat eisers psychische toestand geen reden is voor het toepassen van een lichter middel van toezicht. De maatregel vermeldt weliswaar dat eiser wordt geplaatst op een extra-zorgafdeling waar een medisch team beschikbaar is, maar verweerder heeft in het besluit niet geconcretiseerd wat deze plaatsing en de beschikbaarheid van medische zorg in de praktijk inhoudt. Ter zitting kon verweerder hier evenmin duidelijkheid over geven. Doordat verweerder de actuele medische situatie van eiser voorafgaand aan de inbewaringstelling niet heeft laten onderzoeken door een arts, heeft verweerder niet goed kunnen inschatten welke psychische problemen eiser heeft en of de zorg in het detentiecentrum voor hem toereikend is. Het is goed mogelijk dat eiser in het detentiecentrum beter af is dan op straat, zoals de maatregel vermeldt, maar eiser stelt terecht dat de maatregel van bewaring niet is bedoeld voor het verlenen van noodzakelijke medische zorg. Indien nodig kan en moet deze zorg ook buiten het detentiecentrum aan eiser worden verleend, al dan niet op vrijwillige basis.
8. Het beroep tegen de maatregel van bewaring is gegrond. De maatregel dient te worden opgeheven met ingang van 9 februari 2018. De andere beroepsgronden tegen de maatregel van bewaring hoeven niet besproken te worden.
9. De rechtbank kent eiser een schadevergoeding toe voor 16 dagen onrechtmatige bewaring in een huis van bewaring, in totaal € 1.280,- (16 maal € 80,-).
10. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiser gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.503,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift tegen het terugkeerbesluit en inreisverbod, 1 punt voor het indienen van het beroepschrift tegen de maatregel van bewaring en 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van € 501,- en wegingsfactor 1).