Uitspraak
Verklaring rechtsvermoeden van overlijden
Beschikking op het op 11 augustus 2017 ingekomen verzoekschrift van:
[verzoekster] ,
[naam vermiste]
Procedure
Verzoek
Feiten
- Verzoekster is geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , Somalië.
- Zij staat sinds 28 oktober 2009 ingeschreven in de Nederlandse basisregistratie personen (BRP).
- Blijkens deze BRP-registratie is zij in 2007 gehuwd met de vermiste.
- Verzoekster heeft een onbekende nationaliteit.
- Op 28 april 2010 te Zevenaar is verzoekster nader gehoord door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Hiervan is een rapport van nader gehoor opgemaakt.
- De vrouw heeft de volgende thans nog minderjarige kinderen gekregen:
- De vermiste is als gevolg van het geregistreerde huwelijk met verzoekster de juridische vader geworden van deze drie minderjarigen kinderen. Verzoekster heeft de rechtbank Amsterdam verzocht om de ontkenning van het vaderschap ten aanzien van deze kinderen gegrond te verklaren. Bij beschikking van 26 juli 2017 heeft de rechtbank Amsterdam de ontkenning van het vaderschap gegrond verklaard.
- Verzoekster heeft sinds 2013 een affectieve relatie met [naam] .
Beoordeling
vandaag blij mag worden want die oude man is overleden. Je bent vrij om met je leven verder te gaan.’ [naam] vertelde voorts dat de vermiste ziek is geworden en dat hij een natuurlijke dood is gestorven. [naam] heeft over dit overlijden gehoord toen zij in het dorp was waar de vermiste woonde. De vermiste had veel kinderen en die waren aan het huilen vanwege het overlijden van hun vader, heeft [naam] toen aan verzoekster verteld. Verzoekster vermoedt dat de vermiste op het platteland is begraven, maar weet verder niets over de begrafenis. In het dorp waar de vermiste vandaan komt, heeft verzoekster geen kennissen dan wel familie meer wonen, zodat het voor haar onmogelijk is om meer informatie te krijgen over het overlijden van vermiste. Daarbij komt dat in Somalië het overlijden van een persoon niet wordt bijgehouden en dat er geen akte van overlijden wordt opgemaakt. Het is aldus voor verzoekster onmogelijk om bij de autoriteiten in Somalië meer informatie op te vragen.
Denkt u dat u bij terugkeer nog problemen zult ondervinden met uw man?’ bevestigend geantwoord en uitgelegd dat haar man daar nog steeds is. De rechtbank heeft verzoekster tijdens de mondelinge behandeling gevraagd hoe deze verklaring, in 2010 afgelegd, dat de vermiste toen nog zou leven, te rijmen is met haar huidige stelling dat de vermiste al in 2009 zou zijn overleden. Verzoekster heeft ter zitting aangegeven dat zij met haar in 2010 bij de IND afgelegde verklaring bedoelde te zeggen dat de zonen van haar echtgenoot nog steeds in Somalië zijn en dat zij voor hen bang is.