Uitspraak
DH03,
Inleiding
De procedure in raadkamer
Het verzoek
Het standpunt van de officier van justitie
Het oordeel van de rechtbank
In HR 1 mei 1973, ECLI:NL:HR:1973:AB3408, NJ 1973/355 is deze bepaling aldus uitgelegd dat zij plaats laat voor het toekennen van een tegemoetkoming in (thans: vergoeding van) de door een gewezen verdachte geleden of verschuldigde kosten van een raadsman indien de gewezen verdachte krachtens een rechtsbijstandsverzekering op de verzekeraar een vordering tot vergoeding van die kosten heeft. Er bestaat geen goede grond anders te oordelen indien de gewezen verdachte op grond van een andere rechtsverhouding zo een vordering heeft op een derde, bijvoorbeeld zijn werkgever. Aan toekenning van een vergoeding staat evenmin in de weg dat de rechtsbijstandskosten door die derde worden gedragen.”
€ 97.407,50toe te kennen voor de kosten van rechtsbijstand.
€ 550,00toe te kennen voor de indiening en behandeling van het verzoek.
Dat komt neer op een totaalbedrag van € 97.957,50.
Beslissing
€ 97.957,50(zegge: zevenennegentigduizendnegenhonderdzevenenvijftig euro en vijftig eurocent) en wijst af het anders of meer verzochte.