In deze civiele procedure vordert eiser, eigenaar van een perceel, ontruiming van twee stukken grond van in totaal 15 m2 die door gedaagden, eigenaren van aangrenzende percelen, zijn gedempt. Eiser stelt dat deze stukken grond zijn eigendom zijn en dat gedaagden deze onrechtmatig in bezit hebben. De rechtbank heeft de procedure gevolgd, waarbij onder andere een comparitie van partijen heeft plaatsgevonden. Eiser heeft zijn vorderingen onderbouwd met verwijzingen naar de eigendom en verjaring, terwijl gedaagden verweer hebben gevoerd op basis van hun bezit en erfopvolging. De rechtbank heeft geoordeeld dat gedaagden de 11 m2 grond door verjaring hebben verkregen, maar dat de 4 m2 niet aan hen toebehoort. De vordering tot ontruiming van de 4 m2 is toegewezen, evenals de vordering tot verwijdering van twee leilinden die zich binnen de verboden afstand van de erfgrens bevinden. De rechtbank heeft de dwangsommen gematigd en de proceskosten gecompenseerd. Het vonnis is uitgesproken op 19 september 2018.