In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 november 2018 uitspraak gedaan in een verzoek tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap en verbetering van de geboorteakte van een minderjarige, geboren op [geboortedatum] 2015 te [geboorteplaats]. De moeder, [X], en de man, [Y], hebben beiden de Russische en Letse nationaliteit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man de biologische vader is van de minderjarige, op basis van een DNA-onderzoek dat met meer dan 99,999% zekerheid bevestigt dat hij de vader is. Echter, de rechtbank heeft geoordeeld dat de Nederlandse rechter niet bevoegd is om de geslachtsnaam van de minderjarige te wijzigen, aangezien het Russisch recht van toepassing is op het verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam. De rechtbank heeft het verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam afgewezen, omdat de minderjarige de geslachtsnaam van zijn moeder, [ex echtgenoot X], behoudt. De rechtbank heeft wel besloten om de geboorteakte te verbeteren door de voornaam van de minderjarige aan te vullen met een patroniem en de voornamen en geboorteplaats van de moeder toe te voegen. De bijzondere curator, mr. J.C. Herweijer, heeft de belangen van de minderjarige vertegenwoordigd en heeft geadviseerd om het verzoek tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap toe te wijzen, wat de rechtbank heeft gedaan. De rechtbank heeft de man niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap, maar heeft de verbetering van de geboorteakte gelast.