Uitspraak
Rechtbank den haag
Exploitatie en Handelsmaatschappij Sand-Ambacht B.V.,
1.De procedure
2.De feiten
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
Partij II( [gedaagde] )
verklaart het volgende: - op 14 juli 1997 een koopovereenkomst gesloten te hebben met de heer [betrokkene 3](de vorige pachter)
omtrent de glasopstanden gevestigd op een perceel verpacht tuinland, behorende tot de Exploitatie- en Handelsmaatschappij “Sand Ambacht B.V.”.Op de door [gedaagde] gepachte grond bevinden zich dus glasopstanden die [gedaagde] nog voor de pachtovername van de vorige pachter heeft gekocht. Niet is gebleken dat de glasopstanden op enige wijze goederenrechtelijk aan [gedaagde] zijn overgedragen en/of dat [gedaagde] op enige ander wijze juridisch eigenaar van de glasopstanden is (geworden), maar voor de beoordeling van het voorliggende geschil kan de goederenrechtelijke status van de glasopstanden buiten beschouwing worden gelaten. Tussen partijen is immers niet in geschil dat de glasopstanden geen onderdeel uitmaken van de pacht.
In deze B.V. ‘zit de kas’ en wordt de freesiakwekerij aan de [adres] geëxploiteerd. In de jaarstukken zijn overigens ook de andere kwekerijen opgenomen.Wellicht dat [gedaagde] zijn bedrijfsactiviteiten op het gepachte via HPK uitvoert en daartoe wellicht de door hem in persoon gepachte grond aan HPK ter beschikking stelt, maar tegen een dergelijke constructie maakt Sand-Ambacht geen bezwaar. Overigens maakt [gedaagde] zelf ook geen duidelijk onderscheid tussen zijn persoonlijke activiteiten en zijn activiteiten via HPK, gelet op het feit dat van de in productie 4 bij conclusie van antwoord overgelegde facturen, die zijn investeringen als pachter moeten ondersteunen, een deel op naam van hem persoonlijk staat en een deel op naam van HPK.