ECLI:NL:RBDHA:2018:16304

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 november 2018
Publicatiedatum
26 maart 2019
Zaaknummer
C/09/556146 / FA RK 18-4902
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor verhuizing van minderjarige kinderen naar Zweden onder voorwaarden

In deze beschikking van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 20 november 2018, is een verzoek behandeld van de moeder om vervangende toestemming voor de verhuizing van haar twee minderjarige kinderen naar Zweden. De vader had eerder bezwaar gemaakt tegen deze verhuizing, maar in zijn zelfstandig verzoekschrift heeft hij aangegeven alsnog in te stemmen met de verhuizing, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. De rechtbank heeft de eerdere beschikking van 22 augustus 2018 in acht genomen, waarin was besloten om verdere beslissingen aan te houden in afwachting van meer concrete informatie van de moeder.

De rechtbank heeft de ontvangen processtukken beoordeeld, waaronder een brief van de moeder en het zelfstandig verzoekschrift van de vader. De moeder heeft in haar correspondentie aangegeven dat zij instemt met de voorwaarden die de vader heeft gesteld. De rechtbank concludeert dat, nu de vader zijn toestemming heeft gegeven voor de verhuizing, de moeder geen belang meer heeft bij haar verzoek om vervangende toestemming. Dit verzoek is dan ook afgewezen.

De rechtbank heeft echter besloten dat het in het belang van de kinderen is dat de moeder hen kan inschrijven op een school in Zweden. De vader heeft hiertegen geen verweer gevoerd. De rechtbank heeft het verzoek van de moeder om de kinderen in te schrijven op een specifieke school in Zweden toegewezen. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over de omgang tussen de vader en de kinderen, waaronder het jaarlijks doorbrengen van twee weken in Nederland en het informeren van de vader over het wel en wee van de kinderen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Meervoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 18-4902
Zaaknummer: C/09/556146
Datum beschikking: 20 november 2018

Gezagsuitoefening

Beschikking op het op 5 juli 2018 ingekomen verzoekschrift van:

[X]

de moeder,
wonende te [woonplaats]
advocaat: mr. S. Salhi te Den Haag.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[Y] ,

de vader,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: nu mr. H.D.E. Kaasjager te Den Haag.

Procedure

Bij beschikking van 22 augustus 2018 van deze rechtbank is iedere verdere beslissing over de vervangende toestemming tot verhuizing naar Zweden en de inschrijving op een Zweedse school aangehouden in afwachting van nadere concrete informatie van de moeder.
De rechtbank heeft vervolgens de volgende processtukken ontvangen:
  • de brief met bijlagen van 14 september 2018, ontvangen op 20 september 2018, van de zijde van de moeder;
  • het zelfstandig verzoekschrift van de vader, ingekomen op 29 oktober 2018;
  • het faxbericht van 5 november 2018 van de zijde van de moeder.

Beoordeling

De rechtbank handhaaft al hetgeen bij de hiervoor genoemde beschikking is overwogen en beslist, voor zover in deze beschikking niet anders wordt overwogen of beslist.
De vader heeft in zijn zelfstandig verzoekschrift opgenomen dat hij alsnog kan instemmen met een verhuizing van de kinderen met de moeder naar Zweden, onder de volgende voorwaarden:
  • de moeder laat de twee jongste kinderen (de rechtbank begrijpt: [minderjarige 1] en [minderjarige 2] ) ieder jaar twee weken van de grote vakantie in Nederland bij de vader doorbrengen;
  • de moeder laat ten minste 45 dagen van te voren aan de vader weten wanneer de kinderen over zullen komen;
  • de moeder betaalt de tickets;
  • de vader zal de bewuste twee weken gebruiken om met de kinderen op vakantie te gaan naar een – uiteraard veilig – land;
  • de moeder staat toe dat de vader, op diens eigen kosten, de kinderen twee of drie weekenden per jaar in Zweden komt opzoeken;
  • de moeder zal tweemaal per jaar de vader per e-mail informeren over het wel en wee van de kinderen, zulks zonder ongewenst commentaar;
  • de moeder zal de vader steeds doen beschikken over de adresgegevens van de kinderen en de telefoonnummers.
De moeder heeft met haar bericht van 5 november 2018 laten weten dat zij instemt met de voorwaarden van de vader.
De rechtbank is van oordeel dat, nu de vader toestemming geeft voor de verhuizing van de kinderen naar Zweden, de moeder geen belang meer heeft bij toewijzing van haar verzoek om vervangende toestemming van de rechtbank voor verhuizing met de kinderen naar Zweden. Dat verzoek zal daarom worden afgewezen. De rechtbank ziet wel aanleiding om in het dictum van deze beschikking op te nemen dat de vader deze toestemming heeft gegeven onder de hiervoor vermelde, door de ouders overeengekomen voorwaarden. Van beide ouders wordt verwacht dat zij de overeengekomen voorwaarden nakomen.
Gelet op de gegeven toestemming voor de verhuizing acht de rechtbank het in het belang van de kinderen dat de moeder hen kan inschrijven op een school in Zweden. De vader heeft op dit punt geen verweer gevoerd en niet is gebleken dat de vader (expliciet) heeft ingestemd met de inschrijving op de door moeder voorgestelde school. De rechtbank zal het verzoek van de moeder om de kinderen in te schrijven op de [naam school] in [plaatsnaam] daarom toewijzen.

Beslissingen

De rechtbank:
verklaart voor recht dat de vader toestemming geeft voor een verhuizing van de twee minderjarige kinderen:
  • [minderjarige 1] , geboren op [geboortedag] 2003 te [geboorteplaats] , Irak;
  • [minderjarige 2] , geboren op [geboortedag] 2004 te [geboorteplaats] , Irak,
met de moeder naar Zweden onder de volgende tussen beide ouders overeengekomen voorwaarden:
  • de moeder laat [minderjarige 1] en [minderjarige 2] ieder jaar twee weken van de grote vakantie in Nederland bij de vader doorbrengen;
  • de moeder laat ten minste 45 dagen van te voren aan de vader weten wanneer de kinderen over zullen komen;
  • de moeder betaalt de tickets;
  • de vader zal de bewuste twee weken gebruiken om met de kinderen op vakantie te gaan naar een – uiteraard veilig – land;
  • de moeder staat toe dat de vader, op diens eigen kosten, de kinderen twee of drie weekenden per jaar in Zweden komt opzoeken;
  • de moeder zal tweemaal per jaar de vader per e-mail informeren over het wel en wee van de kinderen, zulks zonder ongewenst commentaar;
  • de moeder zal de vader steeds doen beschikken over de adresgegevens van de kinderen en de telefoonnummers;
verleent de moeder toestemming – die de toestemming van de vader vervangt – om de hiervoor genoemde twee kinderen [minderjarige 1] en [minderjarige 2] in te schrijven op de [plaatsnaam] in [plaatsnaam] , Zweden;
verklaart deze beschikking tot zover zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mrs. H. Wien, J.T.W van Ravenstein en M.S. Vonck, kinderrechters, in tegenwoordigheid van mr. M. Corver als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 20 november 2018.