2.5Kloek legt het volgende aan haar verzoeken ten grondslag. [verzoeker], geboren op [geboorte datum] 1958, is op 1 januari 2018 voor de duur van 12 maanden bij haar in dienst getreden in de functie van Teamleider tegen een salaris ad € 3.162,92 per vier weken exclusief 8% vakantiegeld en emolumenten. In die functie was hij verantwoordelijk voor het reilen en zeilen op de afdeling van de door Kloek te Roosendaal geëxploiteerde zorginstelling voor personen met dementie (24 uurs zorg). Op grond van artikel 34 Wet BIG valt [verzoeker] (als verpleegkundige) onder de BIG-regelgeving. Bij de uitvoering van zijn taken diende [verzoeker] zich te houden aan hetgeen is vermeld in de ‘Wegwijzer Kloek’. Kloek heeft vanaf het begin van het dienstverband veel klachten van medewerkers en mantelzorgers ontvangen over het functioneren van [verzoeker]. Zij heeft hem daar op aangesproken. Hetgeen is besproken, is schriftelijk vastgelegd. Op 10 april 2018 is opnieuw met [verzoeker] gesproken over zijn functioneren. Tijdens dit gesprek is onder meer aan de orde gekomen dat hij zich het personeelsregistratieprogramma Dyflexis en het elektronisch cliëntenprogramma Centric niet eigen had gemaakt, dat hij onvoldoende communiceert en niet flexibel was en dat de bejegening richting personeel en cliënten niet in orde was. Er zijn op 10 april 2018 afspraken gemaakt om dit te verbeteren. Op 30 mei en 8 juni 2018 is hierover verder gesproken. Het gesprek van 8 juni 2018 vond plaats (mede) naar aanleiding van de incidenten die collega’s van [verzoeker] aan Kloek hadden gemeld. Dit betrof ongepast gedrag van [verzoeker] jegens vrouwelijke collega’s (intimiderende uitlatingen) en onjuist gedrag van [verzoeker] ten opzichte van cliënten, waaronder in week 22/23 het met geweld in de auto werken van een onrustige cliënt. Tijdens dat gesprek is verder gesproken over de nog steeds gebrekkige communicatie van [verzoeker] en zijn onverminderd te beperkte kennis van Dyflexis. Ter sprake is verder gekomen dat door de collega’s van [verzoeker] wordt getwijfeld aan zijn leidinggevende kwaliteiten. Hij voert zijn kerntaken niet of ondermaats uit. Aan het eind van het gesprek van 10 juni 2018 is geconcludeerd dat [verzoeker] bij Kloek geen draagvlak meer had. Partijen hebben toen gesproken over de voortijdige beëindiging van het dienstverband met wederzijds goedvinden. [verzoeker] stond daar op dat moment positief tegenover. Met het concept van de tekst waarmee Kloek haar medewerkers van de beëindiging van het dienstverband hiervan in kennis wilde stellen, is hij 15 juni 2018 akkoord gegaan en die tekst is daarom verzonden. Kloek had [verzoeker] inmiddels, in overleg met hem, vrijgesteld van werk. Op 19 juni 2018 meldt hij onverwacht aan Kloek dat hij zich beschikbaar houdt voor werk. Het op 22 juni 2018 aan hem toegezonden voorstel met het oog op de beëindiging van zijn dienstverband, heeft hij niet geaccepteerd. Dit heeft er toe geleid dat Kloek heeft moeten besluiten om [verzoeker] te werk te stellen in haar vestiging te Amsterdam. Ook daar bleek al ras dat [verzoeker] niet functioneerde en dat zijn communicatie te wensen overliet. Om die reden heeft Kloek hem bij brief d.d. 26 juni 2018 een laatste waarschuwing gegeven. Bij dezelfde brief is hem het einde van het dienstverband aangezegd per 31 december 2018 en is hem (opnieuw) verzocht om de sleutels van het pand van Kloek te Roosendaal in te leveren. Aan de verzoeken die Kloek bij haar brief d.d. 26 juni 2018 aan [verzoeker] deed, heeft hij geen gevolg gegeven, reden waarom Kloek hem bij brief d.d. 3 juli 2018 met behoud van salaris op non-actief heeft gesteld. Dit laatste hield mede verband met het incident dat Kloek ter ore was gekomen. Het gaat hierbij om een cliënt die niet terug was gekeerd naar de zorginstelling en gedurende een reeks van uren zoek is geweest. Het was aan [verzoeker], als de enige aanwezige verpleger, om hierop actie te ondernemen, maar hij heeft hier niet naar omgekeken en niet of niet goed gecommuniceerd met de ongeruste dochter van de betreffende cliënte, terwijl hij van dit voorval bovendien geen Melding Incidenten Cliënten heeft gedaan en ook niets heeft gemeld aan het bestuur. De betreffende cliënte is uiteindelijk in de stad gevonden door haar dochter. Toen zij in de loop van de avond met haar moeder terug kwam bij instelling, trof zij [verzoeker] koffiedrinkend en rokend aan en kreeg zij van hem te horen dat hij het probleem van de situatie niet in zag. Bij brief d.d. 9 juli 2018 heeft (de gemachtigde van) [verzoeker] geprotesteerd tegen zijn op non-actief stelling en verzocht hij om weer te mogen werken in zijn oorspronkelijke functie van Teamleider. Kloek heeft naar aanleiding van het zojuist bedoelde incident onderzoek ingesteld. Met uitkomsten van dat onderzoek heeft zij [verzoeker] geconfronteerd. Een bevredigende reactie heeft hij daar niet gegeven. Om die reden heeft Kloek hem bij brief d.d. 6 juli 2018 op staande voet ontslagen. Hieraan is ten grondslag gelegd dat [verzoeker] niet of nauwelijks meewerkt op de werkvloer, niet of nauwelijks communiceert, niet rapporteert, polariserend werk, onjuiste informatie verschaft, normafwijkend gedrag vertoont, zich schuldig maakt aan seksueel getinte bejegening(en) en seksueel overschrijdend wangedrag jegens een ondergeschikte, jongere vrouwelijke collega en over onvoldoende kennis beschikt en de regels niet kent. Het seksueel overschrijdend wangedrag is door de betreffende vrouwelijke collega aan Kloek gemaild bij brief van 4 juli 2018. Haar klacht houdt verband met het volgende. Hij heeft haar uitleg gegeven over intramusculair injecteren. In het kader daarvan heeft hij haar gevraagd om voorover te bukken en daarmee de houding aan te nemen waarin zij een cliënte had geïnjecteerd. Vervolgens heeft hij haar bil aangeraakt op de plek waar zij volgens hem moest prikken, om haar te laten voelen dat de bilspieren in die houding gespannen zijn, zodat het injecteren pijnlijk is. Vervolgens heeft hij haar rechtop laten staan en heeft hij nogmaals haar bil aangeraakt om haar te laten voelen dat de bilspieren in die houding ontspannen zijn, zodat het injecteren minder pijnlijk is. Deze aanrakingen hebben bij de betreffende vrouwelijke collega veel spanningen en angst veroorzaakt, zodanig dat het lang heeft geduurd alvorens zij dit incident aan Kloek heeft durven melden. [verzoeker] had zich van het aanraken van zijn jongere collega moeten onthouden. Hij had moeten weten dat dergelijk gedrag heeft te gelden als gedrag met een seksuele connotatie en dat dit in de gegeven omstandigheden dus onacceptabel is. Bij het besluit om [verzoeker] op staande voet te ontslaan heeft Kloek in aanmerking genomen dat de arbeidsovereenkomst met hem was aangegaan voor relatief korte tijd en dat hij, met zijn ervaring, makkelijk ander werk kan vinden in de ouderenzorg. Overigens heeft [verzoeker], ondanks herhaalde verzoeken, niet met een verklaring van vakbekwaamheid aangetoond dat hij vakbekwaam is. Voor het geval het ontslag op staande voet geen stand houdt, leiden de aan de orde feiten tot de conclusie dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen is te ontbinden omdat [verzoeker] verwijtbaar heeft gehandeld dan wel heeft nagelaten, althans omdat hij ongeschikt is in zijn functie, althans omdat de arbeidsverhouding tussen partijen verstoord is geraakt, althans omdat er andere omstandigheden zijn die tot ontbinding moeten leiden. Herplaatsing van [verzoeker] is niet aan de orde. Met de opzegtermijn is geen rekening te houden. Er is geen reden om hem een billijke vergoeding toe te kennen. Aangezien Kloek [verzoeker] op staande voet heeft moeten ontslaan, heeft zij jegens hem aanspraak op de gefixeerde schadevergoeding ex artikel 7:677 lid 2 en 3 BW.