ECLI:NL:RBDHA:2018:16240

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 november 2018
Publicatiedatum
4 maart 2019
Zaaknummer
C/09/561014 / FA RK 18-7259
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internationale kinderontvoering en benoeming bijzondere curator in een familierechtelijke procedure

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag, betreft het een verzoek tot benoeming van een bijzondere curator in het kader van internationale kinderontvoering. De zaak is ingekomen op 4 oktober 2018 en betreft de minderjarige [minderjarige], geboren op [geboortedatum] in Italië. De voogd, die in Italië woont, heeft verzocht om de onmiddellijke terugkeer van de minderjarige naar Italië, waarbij de moeder de minderjarige dient terug te brengen. De moeder heeft verweer gevoerd tegen dit verzoek. De vader, die geen bekende verblijfplaats heeft, is niet verschenen op de zitting, die op 19 oktober 2018 heeft plaatsgevonden. De rechtbank heeft de zaak pro forma aangehouden tot 15 november 2018 om partijen de gelegenheid te geven tot overleg.

De rechtbank heeft op basis van artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek geoordeeld dat het noodzakelijk is om een bijzondere curator te benoemen, gezien de belangen van de minderjarige. De bijzondere curator, drs. A. van Teijlingen, is benoemd om de mening van de minderjarige te achterhalen over haar verblijf in Italië en Nederland. De rechtbank heeft de bijzondere curator opgedragen om gesprekken met de minderjarige te voeren en zijn bevindingen uiterlijk twee dagen voor de volgende zitting aan de rechtbank en betrokkenen te rapporteren. De rechtbank heeft verder bepaald dat de ouders en instanties volledige medewerking moeten verlenen aan deze gesprekken. De beschikking is uitgesproken op 20 november 2018 door mr. H.M. Boone, met mr. K. Willems als griffier.

Uitspraak

Rechtbank Den HAAG
Enkelvoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 18-7259
Zaaknummer: C/09/561014
Datum beschikking: 20 november 2018

Internationale kinderontvoering/benoeming bijzondere curator

Beschikking in het kader van het op 4 oktober 2018 ingekomen verzoek van:

[verzoeker]

de voogd,
kantoorhoudende te [woonplaats voogd] , Italië,
advocaat: mr. T.M. Coppes te Aerdenhout, gemeente Bloemendaal.
Als belanghebbenden worden aangemerkt:

[belanghebbende 1] ,

de moeder,
wonende te [woonplaats moeder] ,
advocaat: voorheen mr. C.J. Forder, thans: mr. A.H. van Haga te ’s-Gravenhage.

[belanghebbende 2]

de vader,
zonder bekende verblijfplaats buiten Nederland,

Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering,

locatie [woonplaats moeder] ,
verder: Leger des Heils.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift.
Op 19 oktober 2018 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank behandeld. De voogd heeft de zitting bijgewoond middels een (live) skypeverbinding. Voorts zijn ter zitting verschenen:
  • de advocaat van de voogd en een tolk voor de voogd;
  • de moeder, bijgestaan door haar toenmalige advocaat mr. C.J. Forder en mevrouw
  • namens Leger des Heils: mevrouw [mederwerker LdH]
  • namens de Raad voor de Kinderbescherming (locatie Amsterdam): mevrouw
De vader is openbaar opgeroepen door middel van een advertentie in de op 12 oktober 2018 verschenen editie van de Staatscourant. De vader is echter niet ter terechtzitting verschenen.
Het betrof hier een regiezitting met als behandelend rechter, tevens kinderrechter, mr. H.M. Boone. De behandeling ter terechtzitting is pro forma aangehouden tot 15 november 2018, teneinde partijen in de gelegenheid te stellen overleg met elkaar te voeren.
Verzoek en verweer
De voogd heeft verzocht, met toepassing van artikel 13 van de Uitvoeringswet internationale kinderontvoering (hierna: de Uitvoeringswet), de onmiddellijke terugkeer van na te melden minderjarige te bevelen, althans de terugkeer van de minderjarige vóór een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum te bevelen, waarbij de moeder de minderjarige dient terug te brengen naar Italië, dan wel – indien de moeder nalaat de minderjarige terug te brengen – te bepalen op welke datum de moeder de minderjarige met de benodigde geldige reisdocumenten aan de voogd zal afgeven, zodat hij de minderjarige zelf mee terug kan nemen naar Italië, met veroordeling van de moeder in de kosten die de voogd heeft moeten maken in verband met de ontvoering en teruggeleiding, een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De moeder heeft mondeling verweer gevoerd tegen het verzoek van de voogd.

Feiten

- De vader en de moeder hebben een affectieve relatie gehad.
- Uit de moeder is geboren het volgende thans nog minderjarige kind:
- [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , Italië, verder: [minderjarige] .
- [minderjarige] is op 2 mei 2016 erkend door de vader.
- Op 30 juni 2016 (op schrift gesteld op 10 augustus 2016) heeft het
Tribunale per i minorenni di [woonplaats voogd](
the Juvenile Court of [woonplaats voogd] )uitspraak gedaan, inhoudende:
“Having read Articles 330 and 336 (3) of the Civil Code,
Acting proivisionally and as a matter of urgency,
By limiting [belanghebbende 2] and [belanghebbende 1] parental responsibility towards their daughter [minderjarige] , born in [woonplaats voogd] , on [geboortedatum] , this Juvenile Court hereby grants this child’s custody to “ALS RM2” Welfare Office and Mental Health Unit;
It hereby conforms the child’s current placement, with her mother, in the house of [naam] and charges the child’s above custodial Services to arrange for appropriatie domicile interventions of their educators;
It charges “ALS RM2” Welfare Office and Mental Health Unit to deeply ascertain and complete the child’s assessment;
It charges both the Municipal Welfare Office of [plaatsnaam] and the local Health Mental Unit to deeply assess mr. [belanghebbende 2] family background, characteristics and resources;
(…) the decision is immediately enforceable, taking into account the urgent nature of this matter, in accordance with the Second Paragraph of Article 741 of the Code of Civil Procedure (…)’.
- Begin januari 2018 heeft de moeder met [minderjarige] Italië verlaten en verblijft zij in Nederland bij haar nieuwe partner. Met haar nieuwe partner heeft de moeder een dochter gekregen, genaamd [naam mj] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] .
- Op 11 januari 2018 heeft de vader aangifte gedaan van internationale kinderontvoering bij de Italiaanse autoriteiten.
- Op 19 januari 2018 heeft het
Tribunale per i minorenni di [woonplaats voogd](
the Juvenile Court of [woonplaats voogd] )een decreet afgekondigd, inhoudende:
“Having regard to Articles 330, 333, 336 of the Civil Code, providing provisonally and urgently to protect the minor [ [minderjarige] born in [woonplaats voogd] on [geboortedatum] , and arranging to suspend the parental responsibility of both parents – [belanghebbende 1] and [belanghebbende 2] – and to appoint as provisional guardian, the mayor pro-tempore of the Municipality of [woonplaats voogd] ;
It was arranged to immediately return the child to [woonplaats voogd] , to the care of the appointed guardian who shall instigate the procedure provided for by Law 64/94 ratifying The Hague Convention of 25.10.1980 concerning the abduction of minors;
With a requirement tot he Social Services of the City Hall VII to place her – as soon as she has returned to [woonplaats voogd] – in a suitable facility, coordinating these interventions with the guardian;
The Social Services shall subsequently find the resources for a possible foster home and shall arrange for the parents to visit.
(…) This decree shall be immediately effective given the urgency. (…)’
- Bij decreet van 26 januari 2018 heeft het
Tribunale per i minorenni di [woonplaats voogd](
the Juvenile Court of [woonplaats voogd] )de heer [verzoeker] benoemd tot
provisional guardianover [minderjarige] .
- Bij beschikking van 14 augustus 2018 van de rechtbank [woonplaats moeder] is [minderjarige] van
14 augustus 2018 tot 14 februari 2019 onder toezicht gesteld van Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering.

Beoordeling

Ingevolge artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan de rechtbank een bijzondere curator benoemen. De rechtbank acht het, gelet op de aard van de zaak en van de daarin spelende belangenstrijd, in het belang van de minderjarige noodzakelijk een bijzondere curator te benoemen.
De rechtbank verzoekt de bijzondere curator de volgende vragen te beantwoorden:
Wat geeft [minderjarige] zelf aan over een eventueel verblijf in Italië en een eventueel verblijf in Nederland?
In hoeverre lijkt [minderjarige] zich vrij te kunnen uiten?
In hoeverre lijkt [minderjarige] de gevolgen van het verblijf in Italië of het verblijf in Nederland te overzien?
Wil [minderjarige] met de rechter(s) spreken en zo ja, wenst [minderjarige] dat de bijzondere curator daarbij aanwezig zal zijn?
Zijn er nog bijzonderheden naar voren gekomen die van belang zijn voor de te nemen beslissingen?
Van de bijzondere curator wordt verwacht dat deze door gesprekken te voeren met [minderjarige] probeert zicht te krijgen op de mening van [minderjarige] ten aanzien van het verblijf in Italië en het verblijf in Nederland en vervolgens die mening van [minderjarige] naar voren te brengen in deze procedure. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling van de rechtbank dat de bijzondere curator hierbij ouders of instanties zal betrekken. Het gaat alleen om gesprekken met [minderjarige] .
Van de ouders en instanties wordt verwacht dat zij volledige medewerking verlenen aan het inplannen en uitvoeren van de gesprekken van [minderjarige] met de bijzondere curator.
Van zijn bevindingen dient de bijzondere curator uiterlijk twee dagen voor de nader te bepalen behandeling ter terechtzitting van de meervoudige kamer een schriftelijk verslag aan de rechtbank en de betrokkenen toe te sturen. De bijzondere curator licht het verslag zo nodig ter terechtzitting toe.

(alleen opnemen indien kostenveroordeling is verzocht)

Beslissing

De rechtbank:
benoemt tot bijzondere curator over de minderjarige:
- [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] te [woonplaats voogd] , Italië;
drs A. (Anneke) van Teijlingen,
Mediation voor Jou,
Postbus 14, 2170 AA Sassenheim,
e-mailadres: anneke@mediationvoorjou.nl,
telefoonnummer: 06-20610349;
bepaalt dat de griffier een afschrift van de processtukken, waaronder de zittingsaantekeningen van de regiezitting, aan de bijzondere curator zal toesturen;
bepaalt dat de bijzondere curator uiterlijk twee dagen voor de nader te bepalen behandeling ter terechtzitting van de meervoudige kamer zijn schriftelijk verslag aan de rechtbank en de (advocaten van de) ouders dient te sturen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. H.M. Boone, tevens kinderrechter, bijgestaan door
mr. K. Willems als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 november 2018.