ECLI:NL:RBDHA:2018:16194

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 november 2018
Publicatiedatum
12 februari 2019
Zaaknummer
NL 18.11005
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag van een Afghaanse vrouw en de beoordeling van haar geloofwaardigheid door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 november 2018 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Afghaanse vrouw. De vrouw, geboren op een onbekende datum, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De rechtbank heeft de zaak behandeld in enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken. De vrouw heeft verklaard dat zij niet terug kan naar Afghanistan uit angst voor een dorpshoofd dat haar heeft bedreigd na de dood van haar echtgenoot. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris onvoldoende gemotiveerd heeft waarom de verklaringen van de vrouw ongeloofwaardig zijn. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris niet kan eisen dat de vrouw meer inzicht geeft in de beweegredenen van haar broer om haar niet eerder uit te huwelijken, gezien de culturele context waarin zij zich bevindt. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en de staatssecretaris opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij de eerdere uitspraak in acht moet worden genomen. Tevens is de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van de vrouw, die zijn vastgesteld op € 1.002,-.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Amsterdam
Bestuursrecht
zaaknummer: NL18.11005

uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken in de zaak tussen

[eiseres] ,

geboren op [geboortedatum] , van Afghaanse nationaliteit, eiseres
(gemachtigde: mr. C.E. Stassen-Buijs),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

ProcesverloopBij besluit van 15 mei 2018 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure afgewezen als ongegrond.

Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 oktober 2018. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen [naam 1] . Verweerder is, met bericht van verhindering, niet verschenen.

Overwegingen

1. Eiseres heeft aan haar asielaanvraag het volgende ten grondslag gelegd. [dorpshoofd] , de vertegenwoordiger/oudste van het dorp waar eiseres vandaan komt, heeft in de lente van 2015 op informele wijze bij de broer van eiseres om haar hand gevraagd. Omdat hij nooit eerder om de hand van eiseres had gevraagd, heeft de broer van eiseres dit huwelijksaanzoek niet serieus genomen en heeft hij hieraan geen gehoor gegeven. Ongeveer zes maanden later heeft een andere man, [naam 2] , om de hand van eiseres gevraagd. Eiseres en haar familie hebben dit huwelijksaanzoek geaccepteerd en na een verloving van twee maanden zijn eiseres en [naam 2] in oktober/november 2015 getrouwd. [naam 2] is echter al vrij snel na het huwelijk vermoord. Later is gebleken dat [dorpshoofd] hierachter zat. Na de dood van [naam 2] heeft [dorpshoofd] wederom om de hand van eiseres gevraagd, ditmaal expliciet en op formele wijze. In eerste instantie heeft de familie van eiseres dit huwelijksaanzoek geweigerd. [dorpshoofd] accepteerde deze weigering niet en heeft gedreigd eiseres iets aan te doen, indien zij het aanzoek niet alsnog zouden accepteren. Daaropvolgend heeft de broer van eiseres alsnog ingestemd met het aanzoek. Diezelfde dag heeft eiseres met hulp van haar broer het land verlaten. Eiseres heeft verklaard dat zij niet terug kan naar Afghanistan, nu zij vreest dat [dorpshoofd] zijn bedreigingen waar zal maken. Als alleenstaande vrouw kan zij geen kant op.
2.1.
Verweerder heeft de volgende relevante elementen in het asielrelaas van eiseres onderscheiden:
1. Identiteit, nationaliteit en herkomst;
2. Het huwelijksverleden van eiseres;
3. De problemen met [dorpshoofd] naar aanleiding van het huwelijk met [naam 2] .
2.2.
Verweerder acht het eerste element geloofwaardig, maar elementen twee en drie niet. Verweerder vindt het uiterst ongerijmd dat eiseres als oudere vrouw afkomstig uit ruraal Afghanistan tot latere leeftijd ongehuwd zou zijn gebleven vanwege de keuze van haar broer. Dit baseert verweerder op algemene bronnen [1] waaruit blijkt wat er met dit soort oudere ongehuwde vrouwen gebeurt. Zij worden blootgesteld aan verkrachting, mishandeling en ontvoering. Niet wordt ingezien dat de broer van eiseres haar moedwillig in deze benarde situatie zou willen brengen. Ook gelet op de situatie van eiseres zelf, waarbij haar twee oudere zussen wel zijn uitgehuwelijkt op hun 20e en 25e, vindt verweerder het vreemd dat dit bij eiseres niet is gebeurd. Volgens verweerder tast de ongeloofwaardigheid van het huwelijksverleden dan ook de rest van het asielrelaas aan. Daarnaast acht verweerder de verklaringen van eiseres over het huwelijksaanzoek van [dorpshoofd] ongeloofwaardig. In dat kader wordt ook de vrees voor [dorpshoofd] niet geloofwaardig geacht. Eiseres heeft ongerijmd verklaard over de moord op [naam 2] , waar [dorpshoofd] achter zou zitten. Zo acht verweerder het bevreemdingwekkend dat er pas laat actie is ondernomen en er geen aangifte is gedaan.
3. Eiseres betoogt dat verweerder haar asielrelaas ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht. Zij heeft geloofwaardig verklaard en verweerder heeft onvoldoende gemotiveerd waarom haar verklaringen ongerijmd zouden zijn. De enkele stelling dat het uitzonderlijk is dat haar broer haar niet eerder heeft uitgehuwelijkt, maakt niet dat daardoor het hele relaas ongeloofwaardig zou zijn. Eiseres betoogt verder dat verweerder ten onrechte de vraag of eiseres nu wel of niet op jonge leeftijd al was uitgehuwelijkt van cruciaal belang acht. Immers, de kern van het asielrelaas van eiseres betreft niet de problemen die zij heeft ondervonden, omdat zij als vrouw tot een latere leeftijd ongehuwd is gebleven, maar dat zij - nadat zij is gehuwd - haar man is verloren door een misdrijf en dat een machtig dorpsgenoot haar als zijn echtgenote wil. Verweerder heeft dan ook ten onrechte niet in de beoordeling betrokken dat eiseres nu een alleenstaande vrouw is zonder mannelijk netwerk. Daarnaast doet eiseres een beroep op de algemene veiligheidssituatie in Afghanistan. Zij betoogt onder verwijzing naar het rapport van EASO [2] van 21 juni 2018 [3] dat in de provincie Laghman sprake is van een zodanige situatie dat reeds minimale individuele elementen voldoende zijn om aan te nemen dat iemand een risico als beschreven in
artikel 15c van de Definitierichtlijn [4] loopt. Eiseres heeft in beroep nog aangevoerd dat zij inmiddels verwesterd is en om die reden niet terug kan naar Afghanistan.
4. De rechtbank overweegt als volgt. Eiseres heeft haar asielrelaas niet met stukken onderbouwd. Zoals volgt uit de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling), [5] komt verweerder ten aanzien van de beoordeling van niet met bewijs gestaafde verklaringen beslissingsruimte toe. Als verweerder op aspecten van een besluit beslissingsruimte heeft, zal de bestuursrechter enigszins terughoudend moeten toetsen of verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat het asielrelaas ongeloofwaardig is, zij het dat de bestuursrechter ook in dat geval de zorgvuldigheid en motivering van de besluitvorming van verweerder waarbij hij die beslissingsruimte gebruikt, moet toetsen.
5. Naar het oordeel van de rechtbank, enigszins terughoudend toetsend, heeft verweerder onvoldoende gemotiveerd waarom het ongerijmd is dat eiseres tot op latere leeftijd ongehuwd is gebleven. Verweerder heeft in dit kader van belang geacht dat eiseres geen inzicht heeft kunnen geven in de beweegredenen van haar broer en dat haar verklaringen niet stroken met informatie uit algemene bronnen. De rechtbank overweegt als volgt.
5.1.
Eiseres heeft tijdens het aanvullend gehoor onder andere het volgende verklaard:
“Heeft uw broer ooit met u gesproken over de verzoeken die binnenkwamen?
Helemaal niet. Hij praatte daar nooit over.
Wat is de reden dat hij dat nooit heeft gedaan? Het gaat uiteindelijk natuurlijk
wel om uw toekomst.
Volgens mij weten jullie wel dat er in Afghanistan geen rechten zijn voor de
vrouwen, in het bijzonder op het platteland. Een vrouw heeft geen waarde. In
mijn gebied althans, waar ik vandaan kom. Zulke dingen worden niet met de
vrouwen besproken.
Heeft u ooit zelf aan uw broer gevraagd hoe het zat ten aanzien van
kandidaten of een toekomstig huwelijk voor u?
Nee.
Wat is de reden dat u dat nooit heeft gedaan?
Een vrouw heeft geen recht om dat te vragen, dat heeft te maken met onze
traditie en cultuur.
Vond u het niet vervelend om niet te weten wat de reden was dat u zolang
ongehuwd bleef?
Degene die beslist over dit soort zaken is mijn broer, wij hebben geen recht
om dit soort dingen te vragen. Mannen zijn dominant. Heel veel voor vrouwen
is in Afghanistan vervelend, wij worden op een strenge manier opgevoed,
worden slecht behandeld en moeten bijvoorbeeld een boerka dragen.” [6]
Eiseres heeft de openbare bronnen waar verweerder naar heeft verwezen in het kader van uithuwelijking niet betwist, maar betoogt dat dit niet voor iedere vrouw in Afghanistan geldt. Ter zitting heeft eiseres haar verklaringen bij het aanvullend gehoor nader toegelicht en naar voren gebracht dat vrouwen op hele jonge leeftijd kunnen trouwen, maar ook op latere leeftijd. Dit wordt door de man bepaald. De vrouw heeft hierover niets te zeggen. Verder heeft eiseres verklaard dat zij haar vader op jonge leeftijd is verloren en dat sindsdien de zaken in de familie door haar broer werden geregeld. Later is zij bij haar broer en zijn gezin gaan wonen. Hij ging als enige over de huwelijksaanzoeken, die eiseres jaarlijks kreeg. Er werd verder niet gepraat over waarom de huwelijkskandidaten werden afgewezen. Het was geen onderwerp van gesprek tussen eiseres en haar broer. Meer in het algemeen heeft eiseres verklaard dat niet werd gesproken over persoonlijke onderwerpen. [7]
5.2.
Met eiseres is de rechtbank van oordeel dat verweerder in het licht van de verklaringen van eiseres niet zonder nadere motivering van haar kan verlangen dat zij (meer) inzicht geeft in de reden dat haar broer haar niet eerder heeft uitgehuwelijkt. De verklaringen van eiseres over waarom zij niet weet wat de beweegredenen van haar broer waren en waarom zij niet eerder is uitgehuwelijkt, komen de rechtbank, zonder nadere motivering, niet voor als ongerijmd in het licht van de beschikbare landeninformatie waar verweerder naar heeft verwezen in het voornemen. Daarnaast heeft eiseres verklaard dat zij nooit alleen naar buiten mocht gaan. Zij mocht zelfs niet alleen zijn met vrouwelijke dorpsgenoten. Als zij naar buiten ging, dan moest haar broer mee. Verweerder kan naar het oordeel van de rechtbank in het licht van het bovenstaande dan ook niet volstaan met de stelling dat niet valt in te zien dat de broer van eiseres haar moedwillig in een benarde situatie bracht door haar bloot te stellen aan eventuele ontvoering en verkrachting. De broer van eiseres hield haar volgens haar verklaring nu juist binnen en in ieder geval niet alleen. Eiseres heeft weliswaar verklaard dat haar twee oudere zussen wel op een jongere leeftijd zijn getrouwd en zij niet, maar dat betekent niet dat daarmee de verklaringen van eiseres over haar huwelijksverleden ook daarom ongeloofwaardig zijn. Het betoog van eiseres slaagt dan ook.
6. De rechtbank is verder van oordeel dat verweerder, enigszins terughoudend toetsend, onvoldoende heeft gemotiveerd dat eiseres bevreemdingwekkend en derhalve ongeloofwaardig heeft verklaard over de reden dat [dorpshoofd] met haar wilde trouwen. In het nader gehoor is eiseres hierover bevraagd. [8] Zij heeft verklaard dat zij niet weet waarom [dorpshoofd] nu juist met haar wilde trouwen. Vervolgens geeft ze een reden, waarbij ze ook direct aangeeft “dat is iets wat ik zelf denk, ik heb daar over zitten denken.” Verweerders stelling in het voornemen dat de door eiseres opgegeven reden slechts een vermoeden is, is dan ook juist. Zonder nadere motivering, die ontbreekt, kan verweerder eiseres dit dan ook niet tegenwerpen.
7. Ook acht verweerder de verklaringen van eiseres over de gang van zaken omtrent het overlijden van [naam 2] ongeloofwaardig. Naar het oordeel van de rechtbank, enigszins terughoudend toetsend, heeft verweerder zich zonder nadere motivering niet op het standpunt kunnen stellen dat het ongeloofwaardig is dat eiseres geen aangifte heeft kunnen doen van de moord op [naam 2] . Eiseres heeft verklaard dat het eerst geen zin had om aangifte te doen, omdat het in Afghanistan zo werkt dat men bij een aangifte een mogelijke dader op het oog moet hebben. Op dat moment wisten eiseres en haar schoonfamilie nog niet wie achter de moord zat. Toen zij erachter kwamen dat dit [dorpshoofd] was, hebben eiseres en haar schoonfamilie ervoor gekozen alsnog geen aangifte te doen, omdat [dorpshoofd] een machtig man is. Eiseres heeft verklaard dat [dorpshoofd] de dorpsvertegenwoordiger is en dat hij in de tijd van de Taliban commandant was. Openbare bronnen waar eiseres naar heeft verwezen, waaronder het algemeen ambtsbericht Afghanistan van 2016, ondersteunen de verklaringen van eiseres. Uit het ambtsbericht blijkt dat het Afghaanse rechtsstelsel in slechte staat verkeerd. “De World Justice Project (WJP) Rule of Law Index 2015 heeft Afghanistan op de voorlaatste plek van de wereldranglijst geplaatst. Het land kampt met ernstige en systematische problemen, waardoor de wet de facto geen bescherming biedt aan burgers. Straffeloosheid voor daders is gemeengoed.” [9] Verweerder kan gelet hierop niet volstaan met de stelling dat het geen hout snijdt dat eiseres geen aangifte heeft gedaan.
8. Uit het voorgaande blijkt al dat het bestreden besluit geen stand kan houden. Daarom behoeven de overige beroepsgronden geen bespreking meer. Eiseres heeft in beroep een nieuw asielmotief aangevoerd, namelijk dat zij een verwesterde vrouw is en om die reden niet meer terug kan naar Afghanistan. In het kader van finale geschilbeslechting geeft de rechtbank verweerder mee om eiseres op dit punt te horen, zodat dit kan worden meegenomen in de nieuwe besluitvorming.
9. Het beroep is gegrond en de rechtbank vernietigt het bestreden besluit. De rechtbank ziet in de aard van het gebrek, een motiveringsgebrek, geen aanleiding de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand te laten of zelf in de zaak te voorzien. Ook ziet de rechtbank geen aanleiding om een bestuurlijke lus toe te passen, omdat dat naar het zich laat aanzien geen doelmatige en efficiënte afdoeningswijze zou inhouden. Verweerder zal daarom een nieuw besluit moeten nemen met inachtneming van deze uitspraak. De rechtbank stelt hiervoor een termijn van zes weken.
10. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiseres gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 1.002,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 501,- en een wegingsfactor 1). Omdat aan eiseres een toevoeging is verleend, moet verweerder de proceskostenvergoeding betalen aan de rechtsbijstandverlener.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op de aanvraag met inachtneming van deze uitspraak;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.002,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.K. Mireku, rechter, in aanwezigheid van
mr. T. Pourjalili, griffier.
Deze uitspraak is in het openbaar gedaan, digitaal ondertekend en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen vier weken na de dag van bekendmaking. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.

Voetnoten

1.United Kingdom: Home Office, Country policy and information note - Afghanistan:
2.European Asylum Support Office.
3.Country Guidance: Afghanistan, guidance note and common analysis.
4.Richtlijn 2011/95/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 inzake normen voor de erkenning van onderdanen van derde landen of staatlozen als personen die internationale bescherming genieten, voor een uniforme status voor vluchtelingen of voor personen die in aanmerking komen voor subsidiaire bescherming, en voor de inhoud van de verleende bescherming.
5.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van 13 april 2016, ECLI:NL:RVS:2016:890.
6.Pagina 6 van het aanvullend gehoor.
7.Zie pagina’s 4 en 5 van het aanvullend gehoor.
8.Zie pagina 18 van het aanvullend gehoor.
9.Zie pagina 68 van het algemeen ambtsbericht Afghanistan 2016.