ECLI:NL:RBDHA:2018:16177

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 november 2018
Publicatiedatum
8 februari 2019
Zaaknummer
AWB - 18 _ 4017
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongeldigverklaring rijbewijs na alcoholmisbruik en de beoordeling van de psychiater

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 november 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. A.W. van Rijn, en de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, vertegenwoordigd door S. Sheikchote. Eiser had zijn rijbewijs ongeldig verklaard gekregen door verweerder op basis van een psychiater rapport dat alcoholmisbruik in ruime zin concludeerde. Eiser had tegen deze ongeldigverklaring bezwaar aangetekend, maar dit werd ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, waarbij zij oordeelde dat de psychiater het onderzoek zorgvuldig had uitgevoerd en dat de conclusies van het rapport voldoende onderbouwd waren. Eiser had aangevoerd dat de psychiater zijn woorden onjuist had geïnterpreteerd en dat er geen bewijs was voor alcoholmisbruik. De rechtbank oordeelde echter dat de psychiater alle relevante feiten had meegewogen en dat de diagnose alcoholmisbruik in ruime zin gerechtvaardigd was. De rechtbank benadrukte dat de ongeldigverklaring van het rijbewijs dwingendrechtelijk is voorgeschreven en dat er geen ruimte is voor een belangenafweging. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 18/4017

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 november 2018 in de zaak tussen

[eiser], te [plaats], eiser

(gemachtigde: mr. A.W. van Rijn),
en
De algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, verweerder
(gemachtigde: S. Sheikchote).

Procesverloop

Bij besluit van 13 maart 2018 (het primaire besluit) heeft verweerder het rijbewijs van eiser ongeldig verklaard.
Bij besluit van 23 mei 2018 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 oktober 2018.
Namens eiser is zijn gemachtigde verschenen.
Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde

Overwegingen

Eiser is op 23 juni 2017 aangehouden als bestuurder van een motorrijtuig terwijl hij teveel alcohol gedronken had. Naar aanleiding van deze aanhouding is aan verweerder de mededeling gedaan als bedoeld in artikel 130, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 (Wvw).
Op 7 juli 2017 heeft verweerder de geldigheid van het rijbewijs van eiser geschorst en hem opgedragen een onderzoek te laten doen naar zijn alcoholgebruik. Op 9 december 2017 is eiser door de psychiater onderzocht. Naar aanleiding van dit onderzoek is de psychiater in zijn onderzoeksrapport van 1 februari 2018 tot de conclusie gekomen dat sprake is van alcoholmisbruik in ruime zin. Verweerder heeft daarop bij primair besluit het rijbewijs van eiser vanaf 20 maart 2018 ongeldig verklaard.
3. Eiser heeft tegen het primaire besluit een bezwaarschrift ingediend. Verweerder heeft in het bestreden besluit het bezwaarschrift van eiser ongegrond verklaard en zich – samengevat weergegeven – op het standpunt gesteld dat het onderzoek door de psychiater zorgvuldig is uitgevoerd en hij het rapport van het onderzoek aan het bestreden besluit ten grondslag mocht leggen. Nu de psychiater heeft geconcludeerd dat sprake is van alcoholmisbruik in ruime zin, heeft verweerder het rijbewijs terecht ongeldig verklaard.
4. Eiser heeft daartegen in beroep – samengevat – het volgende aangevoerd. Eiser kan zich niet vinden in de conclusies van het onderzoek. Er zijn evident foute conclusies getrokken c.q. de woorden van eiser zijn door de psychiater onjuist geïnterpreteerd. Eiser heeft willen aangeven dat hij niet in staat was om te rijden en dat het fout was om dit wel te doen. Er was sprake van een uitzonderlijke gebeurtenis, te weten het huwelijk van zijn zus. Hij heeft in een tijdspanne van 13 uur 15-20 alcoholische consumpties genuttigd. Eiser stelt verder dat hij nimmer een alcoholprobleem heeft gehad. Hij nuttigt over het algemeen één keer per week 2 alcoholische eenheden. De psychiatrische diagnose zoals opgenomen in het onderzoeksrapport is ongefundeerd en kort door de bocht. Er zijn naar zijn mening geen aanwijzingen voor een verhoogde tolerantie. Dat hij 6 kilometer heeft gereden is aan te merken als een zeer geringe afstand. Er is geen sprake van onderrapportage. De psychiatrische diagnose alcoholmisbruik in ruime zin wordt op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt en/of onderbouwd. Ook volgens de DSM-IV-Tr volgt dat er geen, althans onvoldoende aanwijzingen zijn voor alcoholmisbruik.
5. De rechtbank overweegt het volgende. Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (zie onder meer de uitspraak van 24 augustus 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2289) bestaat in een geval waarin de diagnose alcoholmisbruik in ruime zin is gesteld, slechts aanleiding om de ongeldigheidsverklaring niet in stand te laten indien de psychiatrische rapportage naar inhoud of wijze van totstandkoming gebreken vertoont, inhoudelijk tegenstrijdig of anderszins niet of niet voldoende concludent is, zodanig dat verweerder zich daarop niet heeft mogen baseren.
6. Uit paragraaf 8.8 van de bijlage bij de Regeling eisen geschiktheid 2000 (de Regeling) volgt – voor zover van belang – dat voor de beoordeling of sprake is van misbruik van psychoactieve middelen een specialistisch rapport is vereist. Personen die misbruik maken van dergelijke middelen zijn zonder meer ongeschikt. (...) Daarbij is een strenge opstelling van de keurend arts aangewezen, gezien de gevaren die het gebruik van deze middelen oplevert voor de verkeersveiligheid.
7. Uit het onderzoeksrapport van 1 februari 2018 blijkt onder andere het volgende. Eiser had in het jaar voorafgaande aan de laatste aanhouding het rijbewijs nodig voor het werk. Door te rijden onder invloed riskeerde hij problemen met het werk. Dit is een aanwijzing voor alcoholmisbruik. Eiser heeft met een promillage van 1,451 een flinke afstand, 6 kilometer, gereden. Dit is een aanwijzing voor een verhoogde tolerantie. Ook voelde eiser zich goed in staat om te rijden met een verhoogd promillage. Dit duidt op een verhoogde tolerantie. Eiser heeft een tolerantie opgebouwd welke niet kan worden verklaard met het tijdens de anamnese opgegeven matige alcoholgebruik, van gemiddeld 1 dag per week 2 alcoholische eenheden in het jaar voorafgaand aan de aanhouding. Dit is een aanwijzing voor onderrapportage. Eiser had op de dag van de aanhouding fors gedronken, dit impliceert niet dat er sprake is van sociaal alcoholgebruik. Dit is een aanwijzing voor alcoholmisbruik. Een meer structureel patroon van overmatig alcoholgebruik is, in samenhang met de andere argumentatie, aannemelijker en in overeenstemming met de vastgestelde tolerantie voor de effecten van alcohol. De psychiater heeft geconcludeerd dat de psychiatrische diagnose alcoholmisbruik in ruime zin dient te worden gesteld.
8. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder het onderzoeksrapport ten grondslag mogen leggen aan het bestreden besluit. Zoals verweerder ter zitting heeft gesteld, hoeft niet uit elk individueel onderdeel van het onderzoek te blijken dat sprake is van alcoholmisbruik. Voorts blijkt uit het rapport dat de psychiater alle relevante feiten en omstandigheden heeft meegewogen. Van een onjuiste interpretatie van de woorden van eiser blijkt naar het oordeel van de rechtbank niet. Uit het onderzoeksrapport komt naar voren dat de psychiater niet alleen de verklaring van eiser aan de conclusie alcoholmisbruik in ruime zin ten grondslag heeft gelegd. De psychiater wijst er onder andere ook op dat, het hoge alcoholpromillage bij de laatste aanhouding in aanmerking nemende, het door eiser opgegeven ‘normale drinkpatroon’ voorafgaand aan de aanhouding niet waarschijnlijk is, mede gelet op de pakkans. Het is bovendien onaannemelijk dat iemand zonder dat sprake is van een verhoogde tolerantie in staat zou zijn 6 kilometer af te leggen. Dat geen diagnose alcoholafhankelijkheid volgens het DSM-IV-Tr is gesteld en de bloedwaarden van eiser binnen de norm vielen, brengt niet mee dat, gelet op de overige bevindingen die volgen uit het onderzoeksrapport, de diagnose alcoholmisbruik in ruime zin niet kan worden gesteld.
9. Voor zover eiser betoogt dat slechts sprake was van een eenmalige misstap en de negatieve gevolgen van het bestreden besluit voor hem op zowel privé als zakelijk gebied verstrekkend zijn, overweegt de rechtbank dat de ongeldigverklaring van het rijbewijs dwingendrechtelijk is voorgeschreven. Er is derhalve geen ruimte voor een belangenafweging.
10. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen is het beroep ongegrond.
11. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.I. Batelaan-Boomsma, rechter, in aanwezigheid van
mr. B. van Eeuwijk, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
19 november 2018.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.