ECLI:NL:RBDHA:2018:16177
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ongeldigverklaring rijbewijs na alcoholmisbruik en de beoordeling van de psychiater
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 november 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. A.W. van Rijn, en de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, vertegenwoordigd door S. Sheikchote. Eiser had zijn rijbewijs ongeldig verklaard gekregen door verweerder op basis van een psychiater rapport dat alcoholmisbruik in ruime zin concludeerde. Eiser had tegen deze ongeldigverklaring bezwaar aangetekend, maar dit werd ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, waarbij zij oordeelde dat de psychiater het onderzoek zorgvuldig had uitgevoerd en dat de conclusies van het rapport voldoende onderbouwd waren. Eiser had aangevoerd dat de psychiater zijn woorden onjuist had geïnterpreteerd en dat er geen bewijs was voor alcoholmisbruik. De rechtbank oordeelde echter dat de psychiater alle relevante feiten had meegewogen en dat de diagnose alcoholmisbruik in ruime zin gerechtvaardigd was. De rechtbank benadrukte dat de ongeldigverklaring van het rijbewijs dwingendrechtelijk is voorgeschreven en dat er geen ruimte is voor een belangenafweging. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.