ECLI:NL:RBDHA:2018:16143
Rechtbank Den Haag
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding voor ondergane voorlopige hechtenis deels gematigd wegens overtreding van een contactverbod
Op 11 december 2018 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een schadevergoedingszaak met betrekking tot de ondergane voorlopige hechtenis van de verzoeker. De verzoeker, geboren in 1964 in Turkije en vertegenwoordigd door advocaat mr. A.L. Pöll, had een verzoek ingediend op basis van artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank heeft het verzoek op 27 november 2018 in raadkamer behandeld, waarbij kennis is genomen van het proces-verbaal van de politie Eenheid Den Haag. De verzoeker is in raadkamer gehoord, waarbij de kosten voor het indienen van het verzoekschrift ter sprake kwamen.
De officier van justitie heeft aangegeven dat het bedrag van € 280,00 voor het indienen van het verzoekschrift kan worden toegewezen. De rechtbank heeft echter, na inhoudelijke beoordeling, geoordeeld dat er gronden van billijkheid aanwezig zijn om verzoeker een hoger bedrag toe te kennen. De rechtbank heeft besloten om verzoeker een totaalbedrag van € 550,00 toe te kennen, dat door de Staat moet worden voldaan. Dit bedrag is vastgesteld op basis van de gebruikelijke kosten voor het indienen en behandelen van het verzoek.
De rechtbank heeft bepaald dat het bedrag van € 550,00 moet worden overgemaakt op een specifiek rekeningnummer, onder vermelding van het dossiernummer. De uitspraak is gedaan door rechter mr. D. Biever in aanwezigheid van griffier mr. R.A. Hopman, en is openbaar uitgesproken op 11 december 2018.