ECLI:NL:RBDHA:2018:16143

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 december 2018
Publicatiedatum
4 februari 2019
Zaaknummer
09/827054-18 (2)
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Schadevergoedingsuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding voor ondergane voorlopige hechtenis deels gematigd wegens overtreding van een contactverbod

Op 11 december 2018 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een schadevergoedingszaak met betrekking tot de ondergane voorlopige hechtenis van de verzoeker. De verzoeker, geboren in 1964 in Turkije en vertegenwoordigd door advocaat mr. A.L. Pöll, had een verzoek ingediend op basis van artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering. De rechtbank heeft het verzoek op 27 november 2018 in raadkamer behandeld, waarbij kennis is genomen van het proces-verbaal van de politie Eenheid Den Haag. De verzoeker is in raadkamer gehoord, waarbij de kosten voor het indienen van het verzoekschrift ter sprake kwamen.

De officier van justitie heeft aangegeven dat het bedrag van € 280,00 voor het indienen van het verzoekschrift kan worden toegewezen. De rechtbank heeft echter, na inhoudelijke beoordeling, geoordeeld dat er gronden van billijkheid aanwezig zijn om verzoeker een hoger bedrag toe te kennen. De rechtbank heeft besloten om verzoeker een totaalbedrag van € 550,00 toe te kennen, dat door de Staat moet worden voldaan. Dit bedrag is vastgesteld op basis van de gebruikelijke kosten voor het indienen en behandelen van het verzoek.

De rechtbank heeft bepaald dat het bedrag van € 550,00 moet worden overgemaakt op een specifiek rekeningnummer, onder vermelding van het dossiernummer. De uitspraak is gedaan door rechter mr. D. Biever in aanwezigheid van griffier mr. R.A. Hopman, en is openbaar uitgesproken op 11 december 2018.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Strafrecht
Parketnummer: 09/827054-18
Kenmerk RK: 18/2780
Beslissing van de rechtbank Den Haag, enkelvoudige raadkamer in strafzaken, op het verzoek ex artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:

[verzoeker],

geboren op [geboortedag] 1964 te [geboorteplaats] (Turkije),
wonende te [adres],
te dezer zake domicilie kiezende ten kantore van advocaat mr. A.L. Pöll, Eisenhowerlaan 102, 2517 KL Den Haag.

De procedure in raadkamer

De rechtbank heeft dit verzoek op 27 november 2018 in raadkamer behandeld en heeft kennis genomen van het proces-verbaal van de politie Eenheid Den Haag, met nummer PL1500-2018017868.
Verzoeker, bijgestaan door mr. A.L. Pöll, is in raadkamer gehoord.

Het verzoek

Verzochte kosten
Kosten indienen verzoekschrift
€ 280,00 / € 550,00

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat het bedrag van € 280,00 voor het indienen van het verzoekschrift kan worden toegewezen.

Het oordeel van de rechtbank

Inhoudelijke beoordeling
De rechtbank acht gronden van billijkheid aanwezig om verzoeker voor de kosten van indiening en behandeling van het verzoek op grond van artikel 89 Sv (kenmerk RK 18/2779) het gebruikelijke bedrag van € 550,00 toe te kennen.

Beslissing

De rechtbank kent aan verzoeker toe ten laste van de Staat een bedrag van in totaal € 550,00 (zegge: vijfhonderdvijftig euro), en bepaalt dat dit bedrag dient te worden voldaan op rekeningnummer NL95ABNA056.77.88.253 op naam van Stichting Derdengelden Salomons Van der Vlak onder vermelding van het dossiernummer 14161.
Aldus gedaan te Den Haag door mr. D. Biever, rechter, in tegenwoordigheid van mr. R.A. Hopman, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 11 december 2018.