In deze zaak heeft de kantonrechter op 21 november 2018 uitspraak gedaan in een deelgeschil tussen [verzoeker] en de verwerende partijen Gebr. Van Leeuwen Boringen B.V. en Markel International Netherlands. Het verzoek van [verzoeker] betreft de vaststelling van buitengerechtelijke kosten die zijn gemaakt na een ongeval op 20 oktober 2016. Na de aansprakelijkstelling door [verzoeker] op 21 januari 2017, heeft Markel de aansprakelijkheid erkend, waarna de schadebehandeling is gestart. De gemachtigde van [verzoeker] heeft buitengerechtelijke kosten gedeclareerd, waarvan een deel door Markel is voldaan. Het geschil betreft de hoogte van de nog openstaande buitengerechtelijke kosten, die door [verzoeker] zijn vastgesteld op € 4.932,98.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gemaakte kosten niet in verhouding staan tot het schadebedrag van € 3.752,00 dat in der minne is geschikt. De kantonrechter oordeelt dat de gedeclareerde uren van 27 uur voor de buitengerechtelijke werkzaamheden bovenmatig zijn, gezien de beperkte complexiteit van de zaak en de snelle erkenning van de aansprakelijkheid door Markel. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Markel voldoende heeft voldaan aan de redelijke kosten door een bedrag van € 3.343,26 te vergoeden. Het verzoek van [verzoeker] om de resterende kosten te vergoeden is afgewezen.
Daarnaast heeft de kantonrechter overwogen dat, hoewel de aansprakelijkheid vaststaat, er geen rechtvaardiging is om de kosten van de deelgeschilprocedure te begroten, omdat er na de uitspraak geen geschilpunt meer resteert. De kantonrechter heeft het verzoek van [verzoeker] afgewezen en geen kosten toegewezen aan de verwerende partij.