Uitspraak
Internationale kinderontvoering
Beschikking in het kader van het op 4 oktober 2018 ingekomen verzoek van:
[verzoeker]
[belanghebbende 1]
[belanghebbende 2]
Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering,
Procedure
- het verweerschrift;
- de brief van 10 december 2018 van de zijde van de moeder, met bijlagen.
- de advocaat van de voogd en [naam tolk 1] (tolk);
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat en [naam tolk 2] (tolk);
- namens het Leger des Heils: [medewerker LdH]
- namens de Raad voor de Kinderbescherming: [medewerker RvdK]
- de bijzondere curator.
Beoordeling
Having regard to Articles 330, 333, 336 of the Civil Code, providing provisonally and urgently to protect the minor [ [minderjarige] born in [woonplaats voogd] on [geboortedatum] ], and arranging to suspend the parental responsibility of both parents – [belanghebbende 1] and [belanghebbende 2] – and to appoint as provisional guardian, the mayor pro-tempore of the Municipality of [woonplaats voogd] ; It was arranged to immediately return the child to [woonplaats voogd] , to the care of the appointed guardian who shall instigate the procedure provided for by Law 64/94 ratifying The Hague Convention of 25.10.1980 concerning the abduction of minors; With a requirement to the Social Services of the City Hall VII to place her – as soon as she has returned to [woonplaats voogd] – in a suitable facility, coordinating these interventions with the guardian; The Social Services shall subsequently find the resources for a possible foster home and shall arrange for the parents to visit. (…) This decree shall be immediately effective given the
14 augustus 2018 tot 14 februari 2019 onder toezicht gesteld van Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering.
19 januari 2018, waarin beide ouders het gezag volledig is ontnomen, mede het (beperkte) gezag over [minderjarige] had. Dat betekent dat de moeder niet alleen de toestemming van de instanties nodig had om met [minderjarige] te kunnen verhuizen, maar ook die van de vader.
doorde te treffen maatregelen in een ondraaglijke toestand komt te verkeren. Dit alles, terwijl de moeder [minderjarige] in Nederland een stabiele opvoedsituatie kan bieden waarin zij opgroeit in gezinsverband onder toeziend oog van het Leger des Heils. Onder deze omstandigheden dient de terugkeer te worden geweigerd op grond van artikel 13 lid 1 sub b van het Verdrag, aldus de moeder.
onmiddellijketerugkeer van [minderjarige] te volgen.
Beslissing
uiterlijk op 18 januari 2019,waarbij de moeder [minderjarige] dient terug te brengen naar Italië en beveelt, indien de moeder nalaat [minderjarige] terug te brengen naar Italië, dat de moeder [minderjarige] met de benodigde geldige reisdocumenten aan de voogd zal afgeven
uiterlijk op 18 januari 2019,opdat de voogd [minderjarige] zelf mee terug kan nemen naar Italië;