2.14.In het rapport van Dekra van 17 maart 2015 wordt gemeld dat zij in aanwezigheid van verschillende betrokken partijen op 14 januari 2015 bij I-Tek gezamenlijk technisch onderzoek heeft verricht op de op 6 januari 2015 veiliggestelde restanten van de brand. In de samenvatting en conclusies is opgenomen:
"Ontstaanslocatie
Aan de hand van het vergelijken van de verschillende camerabeelden gemaakt tijdens en na de brand is gezamenlijk geconcludeerd dat de brand is ontstaan aan de rechterzijkant van de oplegger, binnen of in de directe nabijheid van de uitgerolde haspel die zich op de grond bevond. De beelden duiden er op dat zich vlambogen door elektrische sluitingen hebben voorgedaan op de ontstaanslocatie.
(…)
Kabelha[s]pels
De kabel die was ingeplugd in een wandcontactdoos en die als voeding naar de oplegger werd gebruikt, had een aderdiameter van 1,5 vierkant millimeter (voorgeschreven: minimaal 2,5) en was van het type H05RR-F met een zachte flexibele mantel, wat is bedoeld voor toepassing in een gebied waar geen zware mechanische belasting aanwezig is. Dit type kabel is niet geschikt om onbeschermd op een vloer te leggen waar materieel en personen deze kunnen beschadigen.
Deze kabel had een andere stekker dan de oorspronkelijk geleverde haspel en de kabel was ook ingekort. Mogelijk doordat eerder beschadiging is opgetreden.
De tweede haspel, aangesloten op de eerste, had een kabel van het type H07RN-F, met een aderdikte van 2,5 vierkante millimeter, die beter geschikt is voor zwaardere mechanische belasting. Ook voor deze kabel geldt echter dat deze niet geschikt is om onbeschermd op de vloer te leggen waar voertuigen en personen de kabel mechanisch kunnen belasten en beschadigen.
In de restanten van deze kabel, die zich afgerold op de vloer bevond, zijn verschillende sporen van sluiting aangetroffen. Verder zijn smeltsporen in het kroonsteentje binnen de haspel gevonden. Op andere plaatsen zijn geen sporen van sluiting waargenomen.
Oorzaak brand
Een serie mogelijke oorzaken van de brand is overwogen aan de hand van de bevindingen van het onderzoek. De bevindingen stemmen slechts overeen met één potentiële oorzaak, namelijk een initiële beschadiging van de tweede haspelkabel, wat heeft geleid tot locale oververhitting met brand als gevolg.”
Met betrekking tot het onderzoek van de restanten van de verbrande haspel (p. 12 e.v.) wordt gerapporteerd:
“(…) De lengte van de verbrande kabel van de haspel is gemeten. Hiervoor zijn de restanten ontward en achter elkaar gelegd. De gemeten totale lengte bedraagt circa 26 meter.
[X][rb: leverancier van de haspel]
heeft aangegeven dat deze lengte niet wordt geleverd. De eerstvolgende lengte bedraagt 33 meter.
(…)
Aangezien de kabel niet uit één geheel bestond, valt niet uit te sluiten dat tijdens het meten van de lengte delen van de kabel ontbraken. Op grond hiervan is niet met zekerheid te bepalen of de kabel ten tijde van het ontstaan van de brand ingekort was.
De aangetroffen stekker komt overeen met de oorspronkelijk geleverde stekker. Het betreft een aangegoten exemplaar, dat niet met de hand kan worden gemonteerd.
De aders van de verbrande kabel zijn sterk getwist (zie foto’s). Wat hiervan de oorzaak is, is onbekend.
Tussen de aders is sluiting opgetreden, waarbij alle drie de aders doorgesmolten zijn.
In de restanten van de kabelhaspel zijn de restanten van een kroonsteen aangetroffen. [X] heeft aangegeven dat deze toegepast wordt binnen de haspel.
Een van de verbindingen van de kroonsteen is gesmolten.(…) is onderzocht waarmee het gesmolten kroonsteendeel verbonden is. Gebleken is dat dit de aansluiting is van de aardklemmen van de contactdozen. Dit leidt tot de conclusie dat een slechte verbinding (losse schroef) in de versmolten kroonsteenverbinding de oorzaak niet kan zijn geweest van de brand, aangezien de aarde geen stroom voert.
De tweede verbinding die is gevonden, is verbonden met één van de fase / nul contacten. Deze verbinding was onbeschadigd.
De derde kroonsteen verbinding kon niet worden onderzocht. Deze bevindt zich vrijwel zeker binnen een gestolde klomp aluminium, die deels is samengesmolten met delen van de haspel.
(…)
In het niet verbrande deel van de kabel is op een aantal plaatsen ernstige mechanische beschadiging aangetroffen (foto 14). Het is echter niet vastgesteld op welke manier deze schade is ontstaan en ook niet of dit (gedeeltelijk) voor, tijdens of na de brand is ontstaan.
(…)
Omtrent het onderzoek van de twee in serie geschakelde haspels is in het rapport vermeld (p. 18 e.v.):
“(…)De installatieautomaat is een C16 automaat zonder aardlekbeveiliging (groep 19 in de kast) waarop de wcd zit aangesloten.
(...)
Dit houdt in dat voor een kortsluiting achter twee haspels in serie, die korter duurt dan 3 seconden, niet gegarandeerd is dat deze afgeschakeld wordt door de beveiliging.
(…)
[X] geeft aan dat de toegepaste beveiliging niet afschakelt als gevolg van een verhoogde stroomsterkte, maar slechts als gevolg van een verhoogde temperatuur. Dit houdt in dat deze beveiligingnietingrijpt bij kortdurende (enige seconden) overstroom.
(…)
De combinatie van a) het in serie schakelen van twee haspels, b) het toepassen van een C karakteristiek automaat en c) de afwezigheid van een aardlekbeveiliging, leidt ertoe dat een sluiting aan het eind van de twee haspels in serie pas na circa 3 seconden gegarandeerd wordt afgeschakeld.”.
Bij het onderzoek zijn verschillende hypotheses overwogen en getoetst:
“Vier verschillende hypotheses zijn overwogen.
Het kroonsteentje in de haspel heeft gefaald
De koelkast of een andere belasting in de oplegger heeft gefaald
De doorvoer aan de oplegger heeft sluiting gegeven
Defect aan de kabel van de haspel heeft geleid tot oververhitting
(…)
Hypothese 4: Defect aan de kabel van de haspel
De hypothese is dat de kabel als gevolg van eerdere beschadigingen, mogelijk door overrijden, zodanig gedegradeerd is dat er locale oververhitting is ontstaan, met brand als gevolg. Tijdens dit proces zijn vlambogen aanwezig geweest, als gevolg van sluitingen tussen de aders. Een dergelijke vlamboog dooft vaak weer snel als gevolg van uitlussen, maar ontstaat kort hierna weer.
Flitsen in verschillende richtingen zijn te zien op de camerabeelden, die komen uit de richting van de kabel die op de grond opgerold ligt. Deze flitsen zijn typerend voor het herhaald starten en doven van een vlamboog.
Sluitingsporen aangetroffen op delen van de kabel
Kortstondige overstroom in de vorm van een vlamboog wordt niet afgeschakeld door C16 automaat in combinatie met twee haspels in serie
Aardlek beveiliging was niet aanwezig; deze zou bij de eerste vlamboog tussen de drie aders al afgeschakeld hebben.
Kabels werden zonder bescherming gebruikt op de vloer waar voertuigen over reden
Kabel van de onverbrande haspel was ook mechanisch beschadigd.
Conclusie
Alle bevindingen zijn in overeenstemming met de hypothese dat een initiële beschadiging van de kabel de oorzaak is geweest van het ontstaan van locale oververhitting met brand als gevolg.
Toelichting
Twee mechanismes of een combinatie hiervan kunnen dit hebben veroorzaakt.
Ten eerst kan een stroomvoerende ader deels verbroken zijn geweest, waardoor de totale aderdiameter zo klein wordt dat de draad bij belasting oververhit raakt en de isolatie wegsmelt, waarna sluiting tussen de aders ontstaat.
Ten tweede kan de isolatie van twee aders beschadigd zijn, waardoor sluiting tussen de geleiders ontstaat.”