ECLI:NL:RBDHA:2018:15118
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verblijfsvergunning asiel voor eiseres en haar kinderen op grond van onvoldoende aannemelijkheid identiteit en nationaliteit
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 december 2018 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiseres, een Iraakse vrouw, heeft samen met haar twee minderjarige kinderen een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel. De aanvraag is door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen, omdat de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiseres en haar kinderen niet aannemelijk zijn gemaakt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verweerder zich op het standpunt heeft mogen stellen dat de belangen van de Nederlandse staat zwaarder wegen dan die van eiseres en haar gezin, en dat er geen strijd is met artikel 8 van het EVRM. Eiseres heeft in beroep aangevoerd dat zij en haar kinderen recht hebben op bescherming, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de overgelegde documenten en verklaringen onvoldoende zijn om de identiteit en herkomst van eiseres en haar kinderen te bevestigen. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen een week na verzending.