ECLI:NL:RBDHA:2018:1508
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en overdracht aan Italië onder de Dublinverordening met betrekking tot medische zorg en risico op suïcide
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 februari 2018 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij eiseres, een Iraakse vrouw, een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Italië verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 30 januari 2018 heeft eiseres, bijgestaan door haar gemachtigde, haar zorgen geuit over de mogelijke overdracht naar Italië, waar zij vreesde voor eerwraak door haar man en ernstige psychische klachten had, waaronder suïcidaliteit.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen geschil bestaat over de verantwoordelijkheid van Italië voor de asielaanvraag. De kern van de zaak was of de Staatssecretaris het interstatelijk vertrouwensbeginsel mocht hanteren en of er voldoende medische zorg in Italië beschikbaar was voor eiseres en haar zoon. Eiseres had medische gegevens overgelegd die haar ernstige klachten en suïcidaliteit documenteerden, maar de rechtbank oordeelde dat zij niet had aangetoond dat haar aandoening in Italië niet passend behandeld kon worden. De rechtbank concludeerde dat de Staatssecretaris niet verplicht was om nader onderzoek te verrichten naar de medische situatie van eiseres.
Echter, de rechtbank oordeelde dat de informatie die eiseres had overgelegd, aanleiding had moeten zijn voor de Staatssecretaris om nader onderzoek te doen, bijvoorbeeld door advies van het Bureau Medische Advisering aan te vragen. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg de Staatssecretaris op om een nieuw besluit te nemen, waarbij hij rekening moest houden met de medische situatie van eiseres en de risico's van overdracht naar Italië. Tevens werd de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.002,-.