Uitspraak
Vonnis ex art. 254 Rv in de zaak van:
[eiser] ,
eisende partij,
gemachtigde: mr. V. Stavleu,
de besloten vennootschap SMT Services B.V.
gemachtigde: mr. A. van der Kolk.
Procedure
- de dagvaarding in kort geding van 2 november 2018 met producties;
- de conclusie van antwoord met producties.
Feiten
Artikel 12 GeheimhoudingDe werknemer verplicht zich om noch tijdens noch na de beëindiging van de overeenkomst, aan derden enigerlei mededeling te doen omtrent hetgeen hem bekend is van de werkgever of van één of meer ondernemingen die met de werkgever economisch of organisatorisch zijn verbonden, dan wel hetgeen hem bekend is van de klanten en relaties van de werkgever, waarvan hij weet of kan vermoeden dat daardoor de belangen van de werkgever en/of de gelieerde ondernemingen en/of de klanten en relaties zouden kunnen worden geschaad alsmede van aangelegenheden waaromtrent hem door de werkgever expliciet geheimhouding is opgelegd.
Vordering, grondslag en verweer
IV. uiterst subsidiair: SMT te veroordelen tot betaling van een vergoeding aan [eiser] ex 7:653 lid 5 BW, voor de duur dat [eiser] wordt beperkt door het concurrentiebeding, waarvan de omvang wordt vastgesteld op het jaarinkomen van € 54.760,- bruto dan wel een naar redelijkheid en billijkheid vast te stellen omvang;
V. Primair en (meer en uiterst) subsidiair:
a) te oordelen dat het boetebeding volledig buiten werking word gesteld, dan wel dat eventueel (een) aan [eiser] op te leggen boete(s) op een kleinere en in redelijkheid te bepalen som worden bepaald;
b) SMT te veroordelen over te gaan tot het opmaken en uitbetalen van een correcte eindafrekening van het dienstverband;
c) SMT te veroordelen in de buitengerechtelijk kosten van rechtsbijstand;