2.16.Bij brief van 19 juli 2018 is [verzoeker] op staande voet ontslagen. In de brief is het volgende opgenomen, voor zover relevant:
“Sinds 16 december 2016 ben je ziek thuis. Begin 2018 ben je voor een maand naar Aruba vertrokken. Je zou daar willen uitrusten voor je een behandeling in Nederland zou starten. Je hebt de bedrijfsarts ook laten weten dat je naar Aruba bent betrokken en daarnaast dat je een behandelaar hebt voor de periode daarna in Nederland. Eind maart 2018 hebben jij en je echtgenoot [betrokkene 4] aangegeven dat jullie het idee hebben dat je in Aruba beter zou kunnen herstellen. Op 16 april 2018 ben je ook weer terug gegaan naar Aruba zonder dat je hebt aangegeven wanneer je zou terug keren. Jouw partner heeft hiervoor namens jou toestemming bij ons gevraagd. Wij hebben je uitdrukkelijk en vooraf verboden om naar Aruba te gaan omdat dit jouw re-integratie zou belemmeren en vertragen.
Inmiddels ben je al geruime tijd vertrokken en ben je, ondanks dat wij jou daar bij herhaling uitdrukkelijk om hebben verzocht, niet op onze uitnodigingen en sommaties om met ons te komen praten over jouw re-integratie, ingegaan. Je bent nog steeds op Aruba en geeft er nog steeds geen blijk van naar Nederland te komen om serieus met ons in contact te komen. Je houdt ons aan het lijntje.
Jouw re-integratie loopt hierdoor flinke vertraging op. Het loopbaantraject en re-integratietraject 2e spoor kunnen we niet inzetten zonder jou. De bedrijfsarts en arbeidsdeskundige achten dit wel het juiste traject. Door jouw afwezigheid en opstelling kunnen wij (en jij) niet aan de re-integratieverplichtingen conform de Wet Verbetering Poortwachter voldoen. Jij houdt je niet aan de verzuimvoorschriften en voldoet op deze wijze zeker niet aan de op jou rustende re-integratieverplichtingen. Ook de aan jou met ingang van 5 juli 2018 opgelegde loonsanctie heeft er niet toe bijgedragen dat jij je wel aan jouw verplichtingen bent gaan houden.
Wij hebben een deskundigenoordeel aangevraagd bij UWV om te laten toetsen in hoeverre je aan jouw re-integratieverplichtingen voldoet volgens UWV. UWV heeft ons echter laten weten geen deskundigenoordeel af te kunnen geven omdat je niet in Nederland bent en een persoonlijk gesprek nodig is volgens UWV. Het laatste gesprek met de bedrijfsarts heeft op 27 maart jl. plaatsgevonden, dit terwijl het advies van de bedrijfsarts was om een spreekuur na 6 weken te herhalen. Dit is door jouw vertrek naar Aruba niet meer mogelijk geweest. De re-integratie is hiermee ernstig belemmerd.
Gisteren, 18 juli 2018, diende je, volgens onze laatste waarschuwing, om 14:30 uur te melden op de vestiging van Makro te Wateringen. Je bent wederom niet verschenen. We hebben nog tot sluitingstijd tevergeefs gewacht. Daarna hebben wij onze advocaat geraadpleegd en ons besluit genomen. Dat besluit bevestigen wij jou hierbij.
De dag ervoor, 17 juli 2018, is er met jou telefonisch contact geweest. Je gaf niet aan of je wel of niet zou komen. Je vroeg of je nu ontslagen zou gaan worden. We hebben je toen — kort gezegd - verteld dat dit zou afhangen van de vraag of je alsnog zou verschijnen of niet. Hierop gaf je geen antwoord. Inmiddels zond jouw partner ons een mail waarin hij aangeeft dat je door allerlei omstandigheden, zoals een vermeend gesprek met een psycholoog en behandeling bij een tandarts en jouw financiën niet zo maar kunt terugkomen. Dit verandert niets aan ons besluit. Je hebt jouw laatste kans verspeeld.
Voor alle duidelijkheid, zowel Makro als de bedrijfsarts heeft nooit een (medisch) dossier of bewijs ontvangen dat het daadwerkelijk noodzakelijk is om het herstel op Aruba te laten plaatsvinden.
Aanvankelijk stuurde je aan op een vaststellingsovereenkomst. Je wilde afscheid van ons bedrijf nemen, maar niet zelf opzeggen. We hebben aangegeven dat dit problematisch zou zijn gezien jouw uitkeringsrechten en hebben je geadviseerd een jurist in te schakelen om jou goed te adviseren over de gevolgen. Je hebt aangegeven naar Aruba te willen emigreren. De vaststellingsovereenkomst heb je uiteindelijk niet willen tekenen op aanraden van jouw jurist. Dat is prima, maar intussen geef je er op geen enkele manier blijk van dat je ons gezag als werkgever en de arbeidsrelatie respecteert. Wij maken uit jouw doen en (na-)laten op dat je zelf geen prijs meer stelt op een dienstverband met Makro. Je gedraagt je in elk geval niet als goed werknemer op deze manier en vandaag was de druppel die de spreekwoordelijke druppel heeft doen overlopen.
Nu jij opnieuw niet bent verschenen, nadat wij eerder al waarschuwingen aan jou hebben gegeven en zelfs een loonsanctie hebben toegepast, zien wij geen andere mogelijkheid meer dan jouw arbeidsovereenkomst te beëindigen. Wij nemen jouw gedrag hoog op. De maat is nu vol. In het kader van de re-integratie hebben wij, conform het advies van de bedrijfsarts en de arbeidsdeskundige, stappen willen zetten, maar jij maakt ons dit al maanden onmogelijk. Dit is niet aanvaardbaar.
Bovenstaande feiten, elk voor zich maar ook in onderlinge samenhang bezien, vormen naar onze mening een dringende reden in de zin van artikel 7:678 BW, die ertoe leidt dat wij met onmiddellijke ingang de arbeidsovereenkomst met jou opzeggen. Gezien jouw handelswijze zou iedere andere werkgever in een soortgelijke situatie de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang hebben beëindigd.
(…)”