2.2Het tegen primair besluit I ingediende bezwaarschrift is ter advies aan de Bezwaarschriftencommissie Rijnland (bezwaarschriftencommissie Rijnland) voorgelegd. Op verzoek van Rijnland heeft de schadeadviescommissie een nader advies uitgebracht naar aanleiding van het door eiser ingediende bezwaar. Dit nadere advies dateert van 16 juni 2017. Op 6 juli 2017 heeft de bezwaarschriftencommissie Rijnland een hoorzitting gehouden. Op 22 september 2017 heeft zij haar advies uitgebracht. Volgens de bezwaarschriftencommissie Rijnland kan primair besluit I in stand blijven.
Bij bestreden besluit I heeft Rijnland primair besluit I, onder verwijzing naar het advies van de bezwaarschriftencommissie Rijnland, gehandhaafd.
Het tegen primair besluit II ingediende bezwaarschrift is ter advies aan de Commissie bezwaarschriften van de gemeente Katwijk (bezwaarschriftencommissie Katwijk) voorgelegd. Op 31 mei 2017 heeft er een hoorzitting plaatsgevonden.
Op 15 juni 2017 heeft de bezwaarschriftencommissie Katwijk haar advies uitgebracht. Volgens de bezwaarschriftencommissie kan primair besluit II in stand blijven.
Bij bestreden besluit II heeft Katwijk primair besluit II, onder verwijzing naar het advies van de bezwaarschriftencommissie Katwijk, gehandhaafd.
Nadeelcompensatie juridisch kader
3. Ingevolge artikel 7.14, eerste lid, van de Waterwet, wordt aan degenen die als gevolg van de rechtmatige uitoefening van een taak of bevoegdheid in het kader van het waterbeheer schade lijdt of zal lijden, op zijn verzoek door het betrokken bestuursorgaan een vergoeding toegekend, voor zover de schade redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en voor zover de vergoeding niet of niet voldoende anderszins is verzekerd.
Ingevolge artikel 2, eerste lid, van de Verordening Schadevergoeding Rijnland 2012
(de Verordening) kent Rijnland degene die schade lijdt als gevolg van a) de rechtmatige uitoefening door of namens een bestuursorgaan van Rijnland van een aan het publiekrecht ontleende bevoegdheid ter behartiging van een openbaar belang, of b) de rechtmatige uitoefening door of namens Rijnland van een publieke taak ter behartiging van een openbaar belang, op diens aanvraag een vergoeding toe, voor zover de schade
redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en voor zover deze
schade niet voldoende anderszins is verzekerd, of redelijkerwijs verzekerd had kunnen zijn.
Ingevolge artikel 2, tweede lid, van de Verordening, wordt bij het nemen
van het besluit omtrent schadevergoeding als bedoeld in het eerste lid het bepaalde in de
artikelen 3 tot en met 11 in aanmerking genomen.
Ingevolge artikel 3 van de Verordening komt schade, die moet worden beschouwd als het gevolg van een normale maatschappelijke ontwikkeling of binnen het normale maatschappelijk risico of het normale ondernemersrisico vallende schade, niet voor vergoeding in aanmerking. Uit de toelichting bij dit artikel volgt dat wil er sprake zijn van onevenredige schade, deze schade (tenminste) buiten het (normale) maatschappelijke risico moet vallen. Bij het normaal maatschappelijk risico gaat het om algemene maatschappelijke ontwikkelingen en nadelen waarmee men rekening kan houden, ook al bestaat geen uitzicht op de vorm en omvang waarin, de plaats waar en het moment waarop deze ontwikkeling zich zal concretiseren en de aard en de omvang van de nadelen die daaruit eventueel zullen voortvloeien.
Artikel 4 van de Verordening bepaalt dat schade als gevolg van een schadeoorzaak als bedoeld in artikel 2, eerste lid, alleen voor vergoeding in aanmerking komt wanneer deze in belangrijke mate afwijkt van de schade die dientengevolge op een ieder drukt, dan wel wanneer deze schade drukt op een naar verhouding gering aantal natuurlijke- of rechtspersonen die in vergelijkbare positie verkeren.
Planschade juridisch kader
4. Ingevolge artikel 6.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) kennen burgemeester en wethouders degene die in de vorm van een inkomensderving of een vermindering van de waarde van een onroerende zaak schade lijdt of zal lijden als gevolg van een in het tweede lid vermelde oorzaak op aanvraag een tegemoetkoming toe, voor zover de schade redelijkerwijs niet voor rekening van de aanvrager behoort te blijven en tegemoetkoming niet voldoende anderszins is verzekerd.
In het tweede lid, onder a, is, voor zover hier van belang, bepaald dat een oorzaak als bedoeld in het eerste lid is: een bepaling van een bestemmingsplan. In het tweede lid, onder c, is, voor zover hier van belang, bepaald dat een andere oorzaak als bedoeld in het eerste lid is: een besluit omtrent een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, c of g, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Ingevolge artikel 6.2, eerste lid, van de Wro blijft binnen het normale maatschappelijke risico vallende schade voor rekening van de aanvrager.
Ingevolge het tweede lid, aanhef en onder b, van artikel 6.2. van de Wro, voor zover thans van belang, blijft van schade in de vorm van een vermindering van de waarde van een onroerende zaak in ieder geval voor rekening van de aanvrager: een gedeelte gelijk aan twee procent van de waarde van de onroerende zaak onmiddellijk voor het ontstaan van de schade.