ECLI:NL:RBDHA:2018:14475
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot ontruiming van de Gezinslocatie Katwijk door het COA
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 december 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA) en een gedaagde, afkomstig uit Irak. De vordering van het COA was gericht op de ontruiming van de bij gedaagde in gebruik zijnde ruimte in de Gezinslocatie Katwijk. Het COA had aan gedaagde medegedeeld dat de opvang zou eindigen indien hij een aanbod van een gemeente voor passende woonruimte zou weigeren. Gedaagde had echter een woning geweigerd, omdat hij deze niet passend achtte in verband met medische klachten. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vordering tot ontruiming niet kon worden toegewezen, omdat er nog een procedure bij de bestuursrechter loopt over de vraag of gedaagde de woning terecht heeft geweigerd. De voorzieningenrechter oordeelde dat het COA niet met voldoende zekerheid kon stellen dat de bestuursrechter de woningweigering onterecht zou verklaren. De voorzieningenrechter weigerde daarom de gevraagde voorziening tot ontruiming en veroordeelde het COA in de kosten van het geding.
De zaak illustreert de complexiteit van de rechtspositie van asielzoekers en de verantwoordelijkheden van het COA. De voorzieningenrechter benadrukte dat de ontruiming een ingrijpende maatregel is en dat het COA niet kon vooruitlopen op de uitkomst van de bestuursrechtelijke procedure. Dit vonnis onderstreept het belang van rechtsbescherming voor gedaagden in vergelijkbare situaties.