ECLI:NL:RBDHA:2018:14393
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.M. Vollebregt - Kuipers
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het risico op detentie en detentieomstandigheden in Bulgarije in asielprocedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 november 2018 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, van Afghaanse nationaliteit, in beroep ging tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Het bestreden besluit, genomen op 15 oktober 2018, weigerde de aanvraag van de eiser voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, op grond dat Bulgarije verantwoordelijk was voor de behandeling van de aanvraag. De rechtbank heeft de zaak behandeld in Zwolle, waar de eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was.
De rechtbank heeft overwogen dat de verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel van toepassing is, gezien de risico's op detentie en de detentieomstandigheden in Bulgarije. Eiser heeft aangevoerd dat hij, na twee afwijzende asielbeschikkingen in Bulgarije, het risico loopt om daar gedetineerd te worden onder slechte omstandigheden, wat in strijd zou zijn met artikel 3 van het EVRM. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verweerder niet adequaat is ingegaan op de door eiser aangevoerde risico's en de informatie uit rapporten van Vluchtelingenwerk Nederland en Amnesty International.
De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de uitspraak. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 1.002,-. Deze uitspraak is openbaar gedaan en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.