In deze zaak, die voor de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag diende, heeft PS Media B.V. een kort geding aangespannen tegen de Gemeenten Westland, Delft, Zoetermeer, Rijswijk en Leidschendam-Voorburg. De zaak betreft een geschil over aanbestedingsovereenkomsten die door de Gemeenten zijn gesloten met LM Tietopalvelut Oy. PS Media verzocht de voorzieningenrechter om terug te komen op een bindende eindbeslissing die in een eerder tussenvonnis was genomen, waarin was overwogen dat de vorderingen van PS Media zouden worden afgewezen.
De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de eerdere eindbeslissing niet berustte op een onjuiste juridische of feitelijke grondslag. PS Media had betoogd dat er geen wilsovereenstemming bestond over de looptijd van de overeenkomsten, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat er wel degelijk overeenstemming was over een looptijd van twee jaar met de mogelijkheid tot verlenging. De voorzieningenrechter wees erop dat de Gemeenten en LM bij de ondertekening van de overeenkomsten een administratieve fout hadden gemaakt, maar dat dit niet betekende dat de wilsovereenstemming ontbrak.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter de vorderingen van PS Media afgewezen, maar heeft hij de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken op 28 november 2018 door mr. H.J. Vetter.