ECLI:NL:RBDHA:2018:14085
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot horen van getuigen in strafzaak met betrekking tot MEI-regeling
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 13 november 2018 uitspraak gedaan in een bezwaarschrift van de verdachte tegen een beschikking van de rechter-commissaris. De verdachte had verzocht om het horen van getuigen in het kader van een strafrechtelijk onderzoek naar mogelijke onregelmatigheden met betrekking tot de MEI-regeling. De rechtbank oordeelde dat niet elke onderzoekswens, waarvan onduidelijk is of deze kan bijdragen aan de beslissing in de zaak, moet worden toegewezen. De verdediging had geen concrete aanknopingspunten aangedragen voor de gestelde vormverzuimen, waardoor het verzoek tot het horen van de getuigen werd afgewezen. De rechtbank concludeerde dat de rechter-commissaris in redelijkheid tot zijn beslissing had kunnen komen en dat de onderzoekswensen van de verdediging onvoldoende onderbouwd waren. De rechtbank verklaarde het bezwaarschrift ongegrond.