[verzoeker] verzoekt - kortweg gezegd - dat bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad [verweerder] wordt veroordeeld tot:
I. betaling van een bedrag van € 15.112,= bruto aan transitievergoeding;
II. betaling van een bedrag van € 4.250,96 bruto aan achterstallig loon over de periode van 1 juni 2016 tot 1 augustus 2016, een en ander verminderd met het bruto equivalent van een bedrag van € 2.066,12 netto;
III. betaling van een bedrag van € 510,= netto aan achterstallig vakantiegeld over de periode van 1 mei 2016 tot 1 augustus 2016;
IV. betaling van een bedrag van € 2.260,24 bruto als vergoeding voor opgebouwde, maar niet genoten vakantiedagen;
V. betaling van de maximale wettelijke verhoging over de bij I tot en met IV gevorderde bedragen;
VI. betaling van de wettelijke rente over de bij I tot en met IV gevorderde bedragen vanaf de respectievelijke data van opeisbaarheid;
VII. verstrekking van een schriftelijke en deugdelijke bruto/netto specificatie van de bij I tot en met IV gevorderde bedragen, een en ander op straffe van een tot een bedrag van € 10.000,= gemaximeerde dwangsom van € 100,= per dag dat na de betekening van de beschikking niet aan deze beschikking wordt voldaan;
VIII. betaling van de buitengerechtelijke incassokosten conform de staffel WIK (bedoeld zal zijn BIK);
IX. betaling van de proceskosten aan de zijde van [verzoeker] waaronder begrepen de nakosten, en vermeerderd bij niet tijdige voldoening met de wettelijke rente over de proceskosten vanaf de 14e dag na dagtekening van de beschikking.