ECLI:NL:RBDHA:2018:13982
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Beperking van het recht op betoging door de burgemeester van Den Haag vanwege vrees voor wanordelijkheden
In deze zaak heeft verzoekster, een organisatie die een demonstratie wilde organiseren, op 12 juni 2018 een kennisgeving ingediend bij de burgemeester van Den Haag voor een demonstratie op 29 september 2018. De demonstratie was bedoeld om te protesteren tegen de invloed van een moskee op de omgeving. De burgemeester heeft echter geweigerd toestemming te geven voor de demonstratie direct voor de moskee, vanwege de vrees voor wanordelijkheden en de beperkte ruimte. Na overleg is er een alternatieve locatie voorgesteld, maar verzoekster was het daar niet mee eens. Uiteindelijk heeft de burgemeester op 16 oktober 2018 besloten de demonstratie te beperken tot een statische demonstratie op een andere locatie op 28 oktober 2018. Verzoekster heeft hiertegen bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening om de oorspronkelijke demonstratie door te laten gaan.
De voorzieningenrechter heeft op 25 oktober 2018 de zaak behandeld. De rechter oordeelde dat het recht op betoging een grondrecht is, maar dat de burgemeester dit recht kan beperken om wanordelijkheden te voorkomen. De rechter heeft vastgesteld dat de burgemeester voldoende onderbouwing had voor de vrees voor wanordelijkheden, gebaseerd op informatie van de politie over mogelijke tegenacties en onrust in de wijk. De rechter concludeerde dat de burgemeester het recht op betoging van verzoekster op een redelijke manier had beperkt en dat er geen aanleiding was voor het treffen van een voorlopige voorziening. Het verzoek van verzoekster werd afgewezen en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.