ECLI:NL:RBDHA:2018:13786

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 november 2018
Publicatiedatum
21 november 2018
Zaaknummer
C/09/549620 / HA RK 18-125
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbetering geboorteakte en vaststelling Nederlanderschap van minderjarige

Op 21 november 2018 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende de verbetering van de geboorteakte en de vaststelling van het Nederlanderschap van een minderjarige. Het verzoekschrift was ingediend door de verzoekster, die in haar hoedanigheid als wettelijk vertegenwoordigster van de minderjarige optrad. De minderjarige was geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] en de verzoekster was gehuwd met de man ten tijde van de geboorte. De man had de Nederlandse nationaliteit en de verzoekster had op dat moment alleen de Turkse nationaliteit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man juridisch vader is van de minderjarige, omdat deze tijdens het huwelijk is geboren. Dit is in overeenstemming met het Turks recht, dat van toepassing is op de familierechtelijke betrekkingen in deze zaak.

De rechtbank heeft het verzoek tot verbetering van de geboorteakte toegewezen, waarbij de man als vader van de minderjarige wordt erkend. Tevens is vastgesteld dat de minderjarige op grond van artikel 3 van de Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN) bij de geboorte de Nederlandse nationaliteit heeft verkregen, omdat de man ten tijde van de geboorte Nederlander was. De rechtbank heeft de verbetering van de geboorteakte gelast en verklaard dat de minderjarige sinds zijn geboorte de Nederlandse nationaliteit bezit. Het verzoek tot uitvoerbaar bij voorraad verklaring is afgewezen, omdat de aard van de beslissing zich daartegen verzet. De beschikking is uitgesproken ter openbare terechtzitting en is ondertekend door de rechter en de griffier.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: HA RK 18-125
Zaaknummer: C/09/549620
Datum beschikking: 21 november 2018

Beschikking op het op 9 maart 2018 ingekomen verzoekschrift van:

[verzoekster] ,

verzoekster, (mede) in haar hoedanigheid als wettelijk vertegenwoordigster van:
[minderjarige] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat mr. M. Koot te ’s-Gravenhage.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

DE STAAT DER NEDERLANDEN,

(Ministerie van Justitie en Veiligheid, Immigratie- en Naturalisatiedienst,
verder te noemen “de IND”),
zetelende te ’s-Gravenhage,
vertegenwoordigd door mr. J.A.M. van der Klis.
Ten aanzien van het verzoek tot verbetering van de geboorteakte worden tevens als belanghebbende aangemerkt:

[belanghebbende]

de man,
wonende te [woonplaats] ,
en

de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente 's-Gravenhage,

zetelend te 's-Gravenhage,
de ambtenaar.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
- het verzoekschrift;
- de brief van 26 april 2018 van de zijde van de IND;
- de brief van 12 juli 2018 van de zijde van de ambtenaar;
- de conclusie van de officier van justitie van 1 oktober 2018;
- de brief van 18 oktober 2018, met bijlage, van verzoeker.

Verzoek en het standpunt van de IND en de officier van justitie

Het verzoekschrift strekt ertoe:
  • het Nederlanderschap van [minderjarige] geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , vast te stellen;
  • de verbetering van de geboorteakte van [minderjarige] te gelasten in die zijn dat daarin wordt opgenomen dat [belanghebbende] de vader is,
een en ander voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad.
De IND concludeert tot toewijzing van het verzoek tot vaststelling van het Nederlanderschap.
De officier van justitie heeft bij voormelde conclusie medegedeeld zich aan te sluiten bij het standpunt van de IND.
De ambtenaar stemt in met toewijzing van het verzoek tot verbetering van de geboorteakte.
Bij brief van 18 oktober 2018 is een verklaring overgelegd waaruit blijkt dat de man instemt met toewijzing van het verzoek tot verbetering van de geboorteakte.

Feiten

  • De man verkreeg op 25 november 1993 door medenaturalisatie met zijn ouders de Nederlandse nationaliteit.
  • Verzoekster en de man zijn op [huwelijksdatum] te [huwelijksplaats] , Turkije, gehuwd.
  • Op [geboortedatum] is uit verzoekster de minderjarige [minderjarige] geboren.
  • Op 3 januari 2006 is het huwelijk van verzoekster met de man ingeschreven in de Basisregistratie Personen.
  • Bij Koninklijk Besluit van 28 november 2011 is aan verzoekster het Nederlanderschap verleend.

Beoordeling

Verbetering geboorteakte
Vast staat dat verzoekster ten tijde van de geboorte van de minderjarige alleen in het bezit was van de Turkse nationaliteit en de man naast de Nederlandse nationaliteit tevens in het bezit was van de Turkse nationaliteit. Gelet op het bepaalde in artikel 10:92 van het Burgerlijk Wetboek is op het tot stand komen van een familierechtelijke betrekking Turks recht van toepassing. Op grond van artikel 282 en 285 van het Turks Burgerlijk Wetboek is de echtgenoot van de moeder de vader van het gedurende het huwelijk geboren kind. Nu gebleken is dat verzoekster ten tijde van de geboorte van de minderjarige was gehuwd met de man en daarmee de minderjarige tijdens het huwelijk is geboren, dient de man te worden aangemerkt als juridisch vader van de minderjarige. Het verzoek tot wijziging van de geboorteakte van de minderjarige wordt dan ook toegewezen.
De aard van deze beslissing verzet zich tegen uitvoerbaar verklaring bij voorraad zodat het daartoe strekkende verzoek wordt afgewezen.
Nederlanderschap
Artikel 3 van de Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN) bepaalt – voor zover hier van belang – dat Nederlander is het kind waarvan ten tijde van de geboorte de vader of de moeder Nederlander is.
Nu de man ten tijde van de geboorte van de minderjarige getrouwd was met verzoekster en in het bezit van de Nederlandse nationaliteit was (en nog is), wordt de man aangemerkt als vader van de minderjarige in de zin van artikel 3 van de RWN. Dit betekent dat de minderjarige op grond van artikel 3 lid 1 RWN bij de geboorte van rechtswege de Nederlandse nationaliteit heeft verkregen. Het verzoek wordt daarom toegewezen.

Beslissing

De rechtbank:
*
gelast de verbetering van de akte, nummer [nr] , van het jaar [geboortejaar mj] , voorkomend in het register van geboorten van de gemeente [geboorteplaats] , in dier voege dat in deze akte:
in het tweede gedeelte van de akte (OUDERS)
  • Geslachtsnaam vader wordt verbeterd in: [naam belanghebbende]
  • Voornamen vader wordt verbeterd in: [voornaam belanghebbende] ;
in het derde gedeelte (OVERIGE GEGEVENS)
  • Plaats van geboorte vader wordt verbeterd in: [woonplaats pp en mj]
  • Dag van geboorte vader wordt verbeterd in: [geboortedatum vader] ;
*
stelt vast dat [minderjarige] sinds zijn geboorte op [geboortedatum] de Nederlandse nationaliteit bezit;
*
verklaart deze beschikking voor wat betreft de vaststelling van het Nederlanderschap uitvoerbaar bij voorraad;
*
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.C. Sluymer, bijgestaan door P. Hillebrand als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 november 2018.