ECLI:NL:RBDHA:2018:13666
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herinnering voor betalen griffierecht en niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet doorgeven van adres
Op 2 november 2018 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser, die niet traceerbaar is, en het bestuur van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers. De eiser had beroep ingesteld tegen een beschikking van verweerder van 30 november 2017. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser niet heeft voldaan aan de verplichting om griffierecht te betalen, vastgesteld op € 168,-. Ondanks herhaalde pogingen van de rechtbank om de eiser te bereiken, waaronder het versturen van een aangetekende herinnering, is de post ongeopend teruggestuurd. De rechtbank heeft geoordeeld dat het niet betalen van het griffierecht aan de eiser kan worden toegerekend, aangezien hij verzuimd heeft zijn adreswijziging door te geven. Hierdoor is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de zaak niet inhoudelijk wordt behandeld. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om binnen zes weken verzet aan te tekenen tegen deze beslissing.