Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 12 maart 2018, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het tussenvonnis van 27 juni 2018, waarin een comparitie van partijen is bepaald,
- het buiten aanwezigheid van partijen opgemaakte proces-verbaal van comparitie van 2 oktober 2018.
2.De feiten
- het openbreken van een muur om een open keuken te creëren;
- het vervangen van de houten vloeren, inclusief witte plinten,
- het stukadoren en verven van muren in de woonkamer,
- het vervangen van vloeren en plafonds op de tweede verdieping,
- het verplaatsen van de cv-ketel,
- het verbouwen van de badkamer,
- het stukadoren en verven in de slaapkamers.
100 euro a day, we are now being told we can move in Friday. One week later. We have had to rearrange movers, deliveries and assemblies and it is costing us far more than what it is costing you.
already came to see where the problems were, so you should already have a list.
3.Het geschil
4.De beoordeling
‘I can hereby tell you we will be finished on the 15th of july. If not we will deduct € 100,- per day that we are later on the total payment.’Partijen leggen deze toezegging van [A] allebei anders uit. [eiser] stelt dat uit de toezegging volgt dat BBO een boete van € 100,- per dag is verschuldigd voor elke dag dat het Werk na 15 juli 2016 nog niet is
opgeleverd. Aangezien het vanwege de diverse gebreken thans nog steeds niet tot oplevering is gekomen, loopt de boete van € 100,- per dag tot op heden nog steeds door, aldus [eiser] . BBO betwist dat de afspraak op dergelijke wijze moet worden uitgelegd. Volgens BBO is bedoeld dat BBO een boete is verschuldigd voor elke dag dat [eiser] na 15 juli 2016 de woning niet zou kunnen betrekken. Aangezien [eiser] de woning op 22 juli 2016 heeft betrokken, heeft [eiser] slechts aanspraak op een korting van € 700,-, aldus BBO.
‘100 euro a day, we are now being told we can move in Friday. One week later’, zie 2.7).
5.De beslissing
2 januari 2019voor het nemen van een
akteaan de zijde van [eiser] , waarin [eiser] zich dient uit te laten over de omvang van de herstelkosten van de onder 4.15 opgesomde gebreken (zoals omschreven in het gespreksverslag van 20 april 2017, productie 13 bij dagvaarding);
13 februari 2019wordt verwezen voor het nemen van een
antwoordakteaan de zijde van BBO over dezelfde herstelkosten;