ECLI:NL:RBDHA:2018:13536
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onvoldoende duidelijkheid plattegrond voor bewonersvergunning parkeerbelasting
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag op 30 oktober 2018, ging het om een geschil over naheffingsaanslagen parkeerbelasting die aan eiser waren opgelegd. Eiser, die in het bezit was van een bewonersparkeervergunning voor een specifiek gebied, had zijn auto geparkeerd op een locatie waar deze vergunning niet geldig was. De naheffingsaanslagen waren opgelegd na controles op 8 en 16 februari 2018. Eiser betwistte de rechtmatigheid van de naheffingsaanslagen en voerde aan dat de plattegrond waarop het vergunninggebied was aangegeven, onvoldoende duidelijkheid bood. Hij stelde dat de kaart niet duidelijk maakte dat de zijde van het adres waar hij parkeerde, niet onder het vergunninggebied viel.
De rechtbank oordeelde dat de kaart voor de gemiddelde gebruiker onvoldoende duidelijkheid verschaft. De rechtbank wees erop dat de zijde van het adres waar de vergunning niet geldt, zwart was gedrukt, terwijl andere straten die buiten het gebied vallen, grijs waren gemaakt. Dit leidde tot verwarring bij eiser, die niet de intentie had om buiten het vergunninggebied te parkeren. Gezien deze overwegingen verklaarde de rechtbank de beroepen gegrond, vernietigde de uitspraken op bezwaar en de naheffingsaanslagen, en veroordeelde verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.500. Tevens droeg de rechtbank verweerder op het betaalde griffierecht van € 46 aan eiser te vergoeden.
De uitspraak werd gedaan door mr. M.C.J.A. Huijgens, in aanwezigheid van griffier mr. W.M.M.A. van der Vegt, en is openbaar uitgesproken. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Den Haag.