ECLI:NL:RBDHA:2018:13431

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 november 2018
Publicatiedatum
12 november 2018
Zaaknummer
7007308/18-2792
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Intellectueel-eigendomsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Inbreuk op auteurs- en persoonlijkheidsrechten door publicatie van een foto zonder toestemming

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 14 november 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen Fotopersburo Dijkstra B.V. en een vennootschap onder firma (vof) betreffende inbreuk op auteurs- en persoonlijkheidsrechten. Fotopersburo Dijkstra, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. L. de Vries, vorderde een verklaring voor recht dat de vof inbreuk had gemaakt op haar rechten door een foto van fotograaf [betrokkene] op haar website te publiceren zonder toestemming. De foto was gemaakt terwijl [betrokkene] in dienst was bij Dijkstra, die de rechten op de foto had. Dijkstra vorderde ook schadevergoeding van € 530,00 en de proceskosten.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de foto auteursrechtelijke bescherming geniet, omdat deze het persoonlijke stempel van de maker draagt. De vof voerde als verweer aan dat de foto geen auteursrechtelijke bescherming verdient, omdat er op internet veel vergelijkbare foto's te vinden zijn. De kantonrechter verwierp dit verweer en oordeelde dat de vof inbreuk had gemaakt op zowel het auteursrecht als het persoonlijkheidsrecht van Dijkstra door de foto zonder vermelding van de naam van de fotograaf te publiceren.

De kantonrechter heeft de vordering tot schadevergoeding toegewezen, maar het gevorderde bedrag verlaagd tot € 132,50, omdat Dijkstra niet voldoende had aangetoond dat de foto langer op de website had gestaan dan de vof had aangegeven. Daarnaast werd de vof veroordeeld tot betaling van een kwart van de proceskosten. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Leiden
IFD
zaaknummer/rolnummer: 7007308/18-2792
14 november 2018
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
FOTOPERSBURO DIJKSTRA B.V.,te Uithoorn,
eiseres,
gemachtigde: mr. L. de Vries,
tegen

1.[naam vof]

2. [gedaagde 1] EN

3. [gedaagde 2] ,

respectievelijk te [woonplaats] en [woonplaats] ,
gedaagden,
procederend in persoon.
Partijen zullen hierna “Dijkstra” en “ [naam vof] ” genoemd worden.

1.Procedure

1.1
De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende stukken:
  • de dagvaarding met producties van 13 juni 2018;
  • de conclusie van antwoord met producties;
  • de akte aanvullende producties van Dijkstra van 10 september 2018 .
1.2
Op 10 september 2018 heeft een comparitie van partijen plaatsgevonden. Van hetgeen op de zitting is besproken, heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
1.3
Vervolgens is vonnis bepaald op 19 november 2018, maar omdat er dan geen rolzitting is, naar 14 november 2018.

2.Feiten

2.1
Fotograaf [betrokkene] is maker van de foto “ [naam foto] ”. Hij heeft Dijkstra gemachtigd om zijn persoonlijkheidsrechten te handhaven. [betrokkene] was ten tijde van het maken van de foto in dienst bij Dijkstra.
2.2
[naam vof] exploiteert de website
[naam website]. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] zijn vennoten van [naam vof] .
2.3
Op genoemde website is de foto van [betrokkene] gepubliceerd zonder toestemming van Dijkstra.
2.4
Op 16 september 2015 heeft Dijkstra [naam vof] aangeschreven. Zij heeft geschreven dat er sprake is van inbreuk op haar auteurs- en persoonlijkheidsrecht met betrekking tot de foto en heeft [naam vof] gesommeerd om de foto van de website te verwijderen. [naam vof] heeft laten weten dat de foto van haar website is verwijderd. Vervolgens hebben nog enige contacten tussen partijen plaats gevonden, telefonisch en schriftelijk.

3.Het geschil

3.1
Dijkstra vordert, zakelijk en verkort weergegeven, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
1. een verklaring voor recht dat [naam vof] inbreuk heeft gemaakt op haar auteurs- en persoonlijkheidsrechten;
2. veroordeling van [naam vof] tot betaling van een schadevergoeding van € 530,00, dan wel subsidiair een bedrag dat de kantonrechter redelijk voorkomt;
3. veroordeling tot betaling van de proceskosten, nakosten en wettelijke rente.
3.2
Dijkstra legt aan haar vorderingen ten grondslag dat [naam vof] door publicatie van de foto op haar website haar auteurs- en persoonlijkheidsrecht schendt. Voorts dat zij de daardoor ontstane schade dient te vergoeden. Die schade bestaat volgens haar uit tweemaal de licentievergoeding van € 265,00, alsmede de daadwerkelijk gemaakte kosten van de advocaat.
3.3
[naam vof] heeft als verweer gevoerd dat de foto een eigen oorspronkelijk karakter en persoonlijk stempel van de maker ontbeert. De foto is genomen vanaf de bij vliegtuigspotters populaire plaats aan de Aalsmeerderweg 455. Op internet zijn volgens [naam vof] nog tientallen andere foto’s te vinden die vrijwel identiek zijn aan deze foto. De conclusie is dat de foto geen auteursrechtelijke bescherming verdient. Subsidiair, voor het geval er wel sprake is van bescherming, wijst [naam vof] erop dat zij de foto van haar website heeft verwijderd. Bovendien had zij niet zelf de foto geplaatst, maar haar websitebouwer, die zij in vrijwaring wil oproepen. Ook vindt zij dat de advocaatkosten nodeloos zijn verhoogd en dat de gevorderde prijs te hoog is.

4.Beoordeling

4.1
Alvorens nader te beslissen zal de kantonrechter de vordering tot vrijwaring, zoals
ingesteld door [naam vof] behandelen. Volgens artikel 210 lid 1 Rechtsvordering
dient [naam vof] een verzoek tot oproep in vrijwaring te doen, met redenen
omkleed, vóór alle weren, in de conclusie van antwoord. Hier heeft [naam vof]
niet aan voldoen. Het verzoek tot het oproepen in vrijwaring van de websitebouwer
wordt dan ook afgewezen.
Auteursrechtelijke bescherming?
4.2
Naar het oordeel van de kantonrechter is Dijkstra auteursrechthebbende van de foto. Maker [betrokkene] was destijds in dienst bij Dijkstra en daarom geldt Dijkstra op grond van art. 7 Aw als maker van de foto.
Voor bescherming op grond van de Auteurswet dient beoordeeld te worden of er sprake is van een fotografisch werk, met een eigen, oorspronkelijk karakter die het persoonlijk stempel van de maker draagt.
De kantonrechter is van oordeel dat de foto het persoonlijke stempel van de maker draagt en het resultaat is van keuzes van de fotograaf ten aanzien van compositie, uitsnede en belichting. Kenmerkend voor de foto is vooral de hoek vanwaar deze is genomen, met de camera op de grond, waardoor een groot deel van de lucht is gefotografeerd. De kantonrechter verwerpt het verweer van [naam vof] dat er op internet tientallen vrijwel identieke foto’s zijn te vinden. [naam vof] heeft zelf slechts 1 vergelijkbare foto in het geding gebracht en de kantonrechter heeft geen andere vergelijkbare foto’s gezien, met name niet op de door [naam vof] genoemde website van vliegtuigspotters
Inbreuk op het auteursrecht en persoonlijkheidsrecht?
4.3
Vraag is vervolgens of [naam vof] inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht en persoonlijkheidsrecht van Fotopersburo Dijkstra. Door de foto te plaatsen op haar website heeft [naam vof] het auteursrecht van Fotopersburo Dijkstra geschonden. Door de naam van Dijkstra niet bij de foto te vermelden, heeft zij tevens het persoonlijkheidsrecht geschonden. De omstandigheid dat de websitebouwer de foto had geplaatst, neemt niet weg dat [naam vof] degene is die de foto op haar website had staan en dus de foto openbaar heeft gemaakt.
Vordering tot schadevergoeding
4.4
Op grond van art. 27 Auteurswet is Dijkstra bevoegd om een vordering tot schadevergoeding in te stellen. Zij vordert tweemaal het bedrag van de licentievergoeding. Daarbij heeft zij in de dagvaarding gesteld dat zij € 265,00 per gebruik, per kwartaal rekent met een minimum van een kwartaal.
[naam vof] heeft zich hiertegen verweerd door erop te wijzen dat dat tarief hoger dan gebruikelijk is. In reactie daarop heeft Dijkstra ter zitting gesteld dat zij haar prijs in 2016 of 2017 heeft aangepast, namelijk € 265,00 per jaar in plaats van per kwartaal. Zij wil vasthouden aan haar vordering omdat zij niet weet hoe lang de foto op de website van [naam vof] heeft gestaan; dit rechtvaardigt volgens Dijkstra dat zij haar huidige jaartarief in rekening brengt. De kantonrechter verwerpt deze stelling. [naam vof] voert als verweer dat zij de foto direct na de eerste sommatie van Dijkstra van haar website heeft verwijderd. Dijkstra had dit eenvoudig kunnen en moeten controleren. Mogelijk heeft zij dit ook gedaan, want zij vordert in deze procedure geen verwijdering van de foto van de website. In haar mail van 5 oktober 2015 lijkt Dijkstra te erkennen dat de foto is verwijderd, waar zij schrijft dat “Met de verwijdering van de foto (…) de kwestie niet (is) afgedaan”. De kantonrechter is van oordeel dat Dijkstra onvoldoende heeft onderbouwd dat de foto niet direct na sommatie van de website is verwijderd. De kantonrechter zal bij het bepalen van de schadevergoeding voor schending van het auteurs- en persoonlijkheidsrecht het thans gebruikte kwartaalbedrag toewijzen, dus 2 x € 66,25=€ 132,50. Tegen de gevorderde wettelijke rente heeft [naam vof] geen apart verweer gevoerd, dus die zal de kantonrechter eveneens toewijzen. Verder zal de kantonrechter bepalen dat [naam vof] de proceskosten aan de kant van Dijkstra dient te betalen naar rato van het toegewezen bedrag, oftewel een kwart. De proceskosten bedragen in totaal € 2.919,01, zodat € 729,75 zal worden toegewezen.
5 De beslissing
De kantonrechter:
Incident:
- wijst het verzoek van [naam vof] af;
- veroordeelt [naam vof] tot betaling van de proceskosten, vastgesteld op nihil;
Hoofdzaak:
- verklaart voor recht dat [naam vof] inbreuk heeft gemaakt op de auteurs- en persoonlijkheidsrechten van Fotopersburo Dijkstra;
- veroordeelt [naam vof] tot betaling van € 132,50, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 13 juni 2018 tot de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt [naam vof] tot betaling van een kwart van de proceskosten, vastgesteld op € 729,75, waaronder 534,85 aan salaris gemachtigde;
- verklaart de veroordelingen tot betaling uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door kantonrechter mr. I.F. Dam en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 november 2018.