ECLI:NL:RBDHA:2018:13380
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag als kennelijk ongegrond met onbekende bestemming vertrokken
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 25 oktober 2018 een mondelinge uitspraak gedaan over de asielaanvraag van eiser, die was afgewezen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De aanvraag werd afgewezen als kennelijk ongegrond, omdat eiser op 26 september 2018 met onbekende bestemming was vertrokken en geen contact meer had onderhouden met zijn gemachtigde. Eiser had beroep ingesteld tegen het bestreden besluit, maar de rechtbank concludeerde dat er geen procesbelang meer was, aangezien eiser kennelijk geen prijs meer stelde op toelating tot Nederland. De rechtbank verklaarde het beroep niet-ontvankelijk en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. A.S. Hamans, en is digitaal ondertekend. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.