ECLI:NL:RBDHA:2018:1337

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
8 februari 2018
Publicatiedatum
8 februari 2018
Zaaknummer
C/09/541106 / FA RK 17-7805
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging gezag en geslachtsnaam van minderjarige kinderen na echtscheiding

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 8 februari 2018 een beschikking gegeven naar aanleiding van een verzoek van de moeder om het gezamenlijk gezag over haar twee minderjarige kinderen te beëindigen en het gezag aan haar alleen toe te kennen. De moeder, bijgestaan door haar advocaat mr. S. Bergwerff, verzocht ook om de geslachtsnaam van de kinderen te wijzigen in die van haar nieuwe echtgenoot. De vader van de kinderen, die niet verschenen was op de zitting, had in het verleden geen contact meer met de kinderen en had zijn gezag niet meer feitelijk uitgeoefend. De rechtbank overwoog dat het in het belang van de kinderen was dat de moeder alleen het gezag zou uitoefenen, gezien de langdurige afwezigheid van de vader en de wens van de kinderen om hun geslachtsnaam te wijzigen. De rechtbank verklaarde de moeder niet-ontvankelijk in haar verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam, omdat dit verzoek niet aan de juiste instantie was gericht. De rechtbank besloot dat de moeder voortaan alleen met het ouderlijk gezag over de kinderen belast zou zijn en verklaarde de gezagsvoorziening uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 17-7805
Zaaknummer: C/09/541106
Datum beschikking: 8 februari 2018

Gezag

Beschikking op het op 10 oktober 2017 ingekomen verzoek van:

[verzoekster] ,

de moeder,
wonende te [woonplaats]
advocaat: mr. S. Bergwerff te Hardinxveld-Giessendam.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[belanghebbende] ,

de vader,
wonende te [woonplaats] .

Procedure

De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken, waaronder:
  • het verzoekschrift;
  • de brief van 18 december 2017 van de zijde van de moeder, met bijlage.
Op 11 januari 2018 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: de moeder, bijgestaan door haar advocaat. De vader is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen. Tevens is verschenen – als informant – de heer [naam echtgenoot moeder] echtgenoot van de moeder.
De minderjarige [1. minderjarige] en [2. minderjarige] hebben zowel schriftelijk als in raadkamer hun mening kenbaar gemaakt.

Verzoek en verweer

De moede verzoekt:
primair:het gezamenlijk gezag van partijen over de kinderen [1. minderjarige] en [2. minderjarige] te beëindigen en te bepalen dat het gezag over deze kinderen voortaan aan de moeder toekomt, alsmede te bepalen dat de geslachtsnaam van de kinderen zal zijn “ [naam echtgenoot moeder] ”;
subsidiair:het gezamenlijk gezag van partijen over de kinderen [1. minderjarige] en [2. minderjarige] te beëindigen en te bepalen dat het gezag over deze kinderen voortaan aan de moeder toekomt;
meer subsidiair:de moeder vervangende toestemming te verlenen voor de ontbrekende instemming van de vader tot het indienen van een verzoek bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie tot geslachtsnaam van [1. minderjarige] en [2. minderjarige] , waarbij het verzoek zal zijn dat de geslachtsnaam zal worden gewijzigd in “ [naam echtgenoot moeder] ”,
een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad en kosten rechtens.
De vader is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.

Feiten

- Partijen zijn gehuwd geweest tot [datum]
- Zij zijn de ouders van de volgende thans nog minderjarige kinderen:
- [1. minderjarige] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , roepnaam: [1. minderjarige] ;
- [2. minderjarige] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , roepnaam: [2. minderjarige] .
- Partijen oefenen het gezamenlijk gezag over de kinderen uit.
- Bij beschikking van de rechtbank [plaatsnaam] van [datum] is – voor zover hier aan de orde – tussen partijen de echtscheiding uitgesproken, is de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de moeder bepaald en is een zorgregeling tussen de kinderen en de vader vastgesteld, waarbij zij iedere tweede zaterdag van de maand bij de vader verblijven, en is een kinderalimentatie bepaald.
- De moeder is op [datum] hertrouwd met [naam echtgenoot moeder] .

Beoordeling

Wijziging gezag
De moeder verzoekt haar voortaan alleen met het ouderlijk gezag over [1. minderjarige] en [2. minderjarige] te belasten. De vader heeft in 2008 het gezin verlaten en na de echtscheiding is korte tijd sprake geweest van een zorgregeling, totdat de kinderen aangaven de vader niet meer te willen zien. Eind 2012 heeft het laatste contact tussen de vader en de kinderen plaatsgevonden. De vader heeft zich vervolgens nooit meer betrokken getoond naar de kinderen en feitelijk oefent de moeder al jaren het ouderlijk gezag alleen uit. De moeder is inmiddels hertrouwd met de heer [naam echtgenoot moeder] , heeft een kind met hem en de kinderen beschouwen hem als vaderfiguur. Gelet op de moeizame relatie met hun vader en de feitelijke gezinssituatie, hebben de kinderen een sterke wens om hun geslachtsnaam wijzigen in “ [naam echtgenoot moeder] ”. De vader heeft hiervoor zijn toestemming niet verleend. Gelet op dit alles acht de moeder het in het belang van de kinderen dat zij voortaan alleen het ouderlijk gezag over hen uitoefent.
De rechtbank stelt voorop dat het in het belang van kinderen wordt geacht dat het gezamenlijk gezag na echtscheiding blijft voortduren. Van beëindiging van het gezamenlijk gezag kan slechts bij uitzondering, in door de wetgever omschreven gevallen, sprake zijn.
Ingevolge artikel 1:251a, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek kan de rechter voor zover thans van belang, op verzoek van de ouders of één van hen bepalen dat het gezag over een kind aan één ouder toekomt indien er een onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren zal raken tussen de ouders en niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering zou komen, of wijziging van het gezag anderszins in het belang van het kind noodzakelijk is.
De rechtbank overweegt dat gezamenlijke uitoefening van het gezag vereist dat de ouders het mogelijk maken dat beslissingen over de verzorging en opvoeding van de kinderen tot stand komen op een wijze die niet belastend is voor de kinderen en hun veiligheid niet in gevaar brengt. Daarvoor is in ieder geval een minimale vorm van overleg tussen de ouders vereist. Het is de rechtbank gebleken dat de vader al meerdere jaren niet meer betrokken is bij de kinderen en onvoldoende zicht heeft op de belangen van de kinderen. De vader heeft – nadat de kinderen lieten weten niet meer bij hem langs te willen komen – geen contact meer met de kinderen gezocht. Voorts constateert de rechtbank dat de vader de afgelopen tijd feitelijk geen invulling meer heeft gegeven aan zijn gezag. Daarnaast is het de rechtbank uit de gesprekken met de kinderen gebleken dat zij, mogelijk vanuit hun teleurstelling in hun vader, een sterke behoefte hebben om (meer) onderdeel te zijn van het nieuwe gezin en daarvoor hun geslachtsnaam willen wijzigen in “ [naam echtgenoot moeder] ”. Hoewel de vader uiteindelijk schriftelijk aan de advocaat van de moeder heeft meegedeeld in te kunnen stemmen met alle onderhavige verzoeken, heeft hij vervolgens niet zijn handtekening gezet op de benodigde formulieren. In de wens van de kinderen om de achternaam van hun stiefvader aan te nemen, heeft de vader geen aanleiding gezien contact met de kinderen op te nemen om met hen over hun relatie van gedachten te wisselen, danwel de banden met de kinderen aan te halen. Onder de gegeven omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat voortduring van de gezamenlijke gezagsuitoefening de moeder en de kinderen belemmert in het vormgeven van hun (nieuwe) gezinsleven en dat beëindiging van het gezamenlijk gezag noodzakelijk in het belang van de kinderen dient te worden geacht.
Nu de moeder de hoofdverzorger van [1. minderjarige] en [2. minderjarige] is en het belang van de kinderen zich daartegen niet verzet, zal de rechtbank bepalen dat zij voortaan alleen met het ouderlijk gezag over hen zal zijn belast.
Wijziging geslachtsnaam
De moeder verzoekt tevens te bepalen dat de geslachtsnaam van de kinderen voortaan zal zijn “ [naam echtgenoot moeder] ”.
Op grond van artikel 1:7 BW dient een verzoek tot wijziging van de geslachtsnaam te worden gericht aan de Koning. De moeder heeft het verzoek echter gericht aan de rechtbank, onder verwijzing naar artikel 1:253t BW, dat analoog toegepast zou moeten worden. De moeder stelt daartoe, onder verwijzing naar een uitspraak van de rechtbank Groningen van 15 juli 2008, JPF 2008/129, dat dit de meest goedkope en praktische gang van zaken is en daarom in het belang van de kinderen dient te worden geacht. De rechtbank is van oordeel dat de moeder niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in haar verzoek en haar verzoek dient te richten aan de Koning. Redenen van praktische en kostentechnische aard acht de rechtbank onvoldoende om af te wijken van de wettelijke regeling.
Nu de moeder eenhoofdig met het gezag over de kinderen zal worden belast, heeft zij geen belang meer bij haar verzoek tot vervangende toestemming voor indiening van een verzoek bij het Ministerie van Veiligheid en Justitie tot wijziging van de geslachtsnaam van [1. minderjarige] en [2. minderjarige] . De vader heeft immers geen gezag meer zodat zijn toestemming niet langer noodzakelijk is.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank het subsidiaire verzoek van de moeder toewijzen en haar in de overige verzoeken niet ontvankelijk verklaren.
Het vorenstaande leidt tot de volgende beslissing.

BeslissingDe rechtbank:

verklaart de moeder niet-ontvankelijk in haar verzoek om wijziging van de geslachtsnaam van de kinderen;
*
bepaalt dat voortaan alleen aan de moeder, [verzoekster] geboren op
[geboortedatum] te [geboorteplaats] , het gezag zal toekomen over de minderjarigen:
- [1. minderjarige] geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
- [2. minderjarige] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
en verklaart deze gezagsvoorziening uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. H.M. Boone, kinderrechter, bijgestaan door
mr. K. Willems als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 februari 2018.