ECLI:NL:RBDHA:2018:13235
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens vertrek met onbekende bestemming
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 1 november 2018 uitspraak gedaan over de asielaanvraag van eiser, die niet in behandeling is genomen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De staatssecretaris heeft aangegeven dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar is samen met zijn gemachtigde niet verschenen op de zitting. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser met onbekende bestemming is vertrokken en dat er geen contact meer is tussen eiser en zijn gemachtigde. Dit heeft geleid tot de conclusie dat eiser geen procesbelang meer heeft bij het beroep, waardoor het beroep niet-ontvankelijk is verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is mondeling gedaan en openbaar gemaakt, met de mogelijkheid voor eiser om binnen een week hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.