In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 oktober 2018 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij eiseres, van Iraanse nationaliteit, een verblijfsvergunning asiel heeft aangevraagd. Eiseres heeft ter onderbouwing van haar aanvraag een rapport overgelegd van Stichting Gave, waarin de geloofwaardigheid van haar bekering tot het christendom wordt betoogd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de aanvraag afgewezen, stellende dat eiseres geen overtuigende verklaringen heeft afgelegd over haar bekering. De rechtbank oordeelt dat verweerder het rapport van Stichting Gave niet voldoende heeft meegewogen in zijn besluitvorming. De rechtbank stelt vast dat verweerder niet inhoudelijk heeft gereageerd op de argumenten van Stichting Gave, waardoor zijn conclusie niet van een kenbare motivering is voorzien. Dit leidt tot de conclusie dat het bestreden besluit niet deugdelijk is gemotiveerd en in strijd is met artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt verweerder op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij het rapport van Stichting Gave wel in de beoordeling wordt betrokken. Tevens veroordeelt de rechtbank verweerder in de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 1.002,-.