3.4Het oordeel van de rechtbank
Feit 1
[aangever] (verder: aangever) heeft op woensdag 11 juli 2018 aangifte gedaan van inbraak in de woning van zijn ouders aan de [adres] te Den Haag. Hij zag dat het huis helemaal overhoop was gehaald. Hij zag dat de kluis, die aan een muur in de gangkast was bevestigd, uit de gangkast was weggehaald. Er zou onder meer een bedrag van ongeveer 7000 euro in de kluis zitten.
Getuige [getuige 1] , wonende aan de [adres] verklaarde dat hij op woensdag 11 juli 2018 wakker werd van het geluid alsof er in de woning onder hem, van de eerste etage of begande grond, meubels werden verplaatst. Tussen 06:15 uur en 06:30 uur hoorde de getuige [getuige 1] een harde klap bij de onderburen vandaan komen. Toen hij richting de [straat] keek zag hij dat twee mannen een wit metalen kast ter grootte van een magnetron over straat sleepten, dat zij deze in de kofferbak van een grijze Opel Corsa, tilden, dat zij instapten en dat de Opel Corsa meteen wegreed. Hij is beneden gaan kijken en zag dat het raam van [adres] aan de voorzijde kapot was.
Hij omschreef de twee mannen als beiden met een normaal postuur en één met een grijs jasje met capuchon op.
Getuige [getuige 2] , wonende aan [adres] te Den Haag, schrok op woensdag 11 juli 2018, omstreeks 07:00 uur, wakker van een harde klap, die van buiten kwam. Hij hoorde na deze harde klap direct glasgerinkel. Hij keek uit het raam en zag twee jongens uit de richting van de woning van zijn directe onderburen komen. Hij zag dat deze twee jongens aan het sjouwen waren met iets wat in een laken gewikkeld was.
Hij omschreef de twee jongens als beiden met een normaal postuur, één met een lichtgrijze “hoodie” en een capuchon op zijn hoofd en de ander met een blauwe trui en ook een capuchon op zijn hoofd. Hij zag even later een grijze Opel Corsa rijden die aan de achterzijde geen kentekenplaat had.
Getuige [getuige 3] werd op 11 juli 2018 omstreeks 07:00 uur wakker van een hard geluid. Ze hoorde dat een mannelijk persoon zei “ik kan hem niet houden” en dat een ander mannelijk persoon zei “dan moet je trekken en duwen”. Ze zag vanaf haar balkon op de hoek van de [straat] en de [straat] twee mannen die met een zware witkleurige kast of kluis sleepten. Eén persoon droeg een grijze sweater met capuchon en had een normaal postuur.
Getuige [getuige 4] stond op woensdag 11 juli 2018 omstreeks 07:00 uur op de hoek van de [straat] en de [straat] te Den Haag. Zij zag dat een man een zijraam binnen ging van een aldaar gelegen woning. De man had een normaal postuur, was licht getint, begin 20 jaar oud, droeg een donkerblauwe of zwarte “hoodie” en had een capuchon op.
Een andere man bleef buiten staan. Hij had een lichtgekleurde “hoodie” aan, een capuchon op en lichtgekleurde handschoenen aan.
De eerste man pakte direct bij binnenkomst in de woning een vierkant voorwerp, wit van kleur, ongeveer 50 cm bij 50 cm groot vast dat direct achter het raam lag. Het voorwerp paste niet door het zijraam en het grote raam werd ingeslagen. De getuige hoorde het glas breken en zag dat beide mannen het voorwerp wegdroegen richting de [straat] .
Kort erna zag de getuige een Opel Corsa voorbij rijden, zilvergrijs van kleur zonder kentekenplaat achter, voorbij rijden, komende vanuit de richting [straat] , die vervolgens de [straat] in reed. De getuige zag twee mannen in het voertuig zitten en herkende de bijrijder als de man die ze door het raam heeft zien klimmen, hij was licht getint en had donker haar.
Getuige [getuige 5] werd op 11 juli 2018 omstreeks 7:00 uur wakker in haar woning aan de [straat] 190, omdat er veel werd gescholden op straat. Zij liep naar haar balkon en zag dat er twee personen met een crèmekleurige kluis liepen te slepen. Zij zag een spoor van witte krassen uit de richting van de [straat] . Zij zag dat er een kleine grijze personenauto, zonder kentekenplaat aan de achterkant, geparkeerd stond op de [straat] , met de achterklep open. Eén van de mannen droeg een grijze trui met capuchon.
Getuige [getuige 6] was op woensdag 1 juli 2017 omstreeks 07:00 uur in de [straat] in
Den Haag toen zij piepende banden uit de richting van de [straat] hoorde komen.
Zij zag een lichtgrijze auto met hoge snelheid de hoek om komen rijden. Zij hoorde een klap en zag dat van een geparkeerde auto met kenteken [kenteken] de linker zijspiegel er af lag.
De Opel Corsa die op de [straat] was achtergelaten en die aan de achterzijde geen kenteken had, was eigendom van [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1] ). In de laadruimte werd een kluis aangetroffen, beige/wit van kleur. Op diverse plekken zat er rondom schade aan de kluis. Onder de kluis lag een kentekenplaat met kenteken [kenteken] , die bij de auto hoorde.
In de woning aan de [straat] 249 is sporenonderzoek gedaan. Er is een indrukspoor van een werktuig met een rechte vorm en een breedte van twaalf centimeter veilig gesteld en ook zijn er afdrukken van schoenzolen veilig gesteld.
Eén van voornoemde schoensporen is mogelijk veroorzaakt door de rechterschoen van de
medeverdachte [medeverdachte 1] (verder: [medeverdachte 1] ).
Medeverdachte [medeverdachte 2] (verder: [medeverdachte 2] ) heeft bij de politie verklaard dat hij op 11 juli 2018 iemand naar de woning aan de [straat] heeft gereden, omdat dit aan hem was gevraagd, dat hij buiten de woning stond, dat hij glasgerinkel heeft gehoord en heeft gezien dat er een groot ding door de ruit werd gegooid en dat hij vervolgens moest meehelpen met tillen van het zware voorwerp, dat daarna in de achterbak van de Opel Corsa, die van zijn vriendin [slachtoffer 1] was, is gedaan.
De verdachte zat op dat moment achter het stuur van de Opel Corsa.
[medeverdachte 2] droeg bij zijn aanhouding een grijs vest met capuchon.
[medeverdachte 1] werd op 11 juli 2018 omstreeks 7:10 uur op de [straat] aangehouden.
Hij droeg een donderblauw trainingsjack met een capuchon en een donkerblauwe trainingsbroek.Hij droeg ook dunne zwarte werkhandschoentjes.
De verdachte heeft bij politie verklaard dat zijn broer [medeverdachte 2] hem heeft opgehaald en dat ze daarna [medeverdachte 1] hebben opgehaald in [wijk] .
De politie heeft de Opel Corsa achtervolgd waarbij hoge snelheden werden gemeten. Toen de auto op de stoep tot stilstand was gekomen, rende de verdachte weg, ook nadat hem te kennen was gegeven dat hij moest stoppen. Hij is vervolgens even verderop in de [straat] aangehouden.
Dat er op 11 juli 2018 uit de woning aan de [straat] een kluis is weggenomen staat voor de rechtbank, gelet op de aangifte, de diverse verklaringen van de getuigen en de processen-verbaal van bevindingen, wel vast.
Gelet op de verklaring van [medeverdachte 2] en de kleding die hij droeg bij zijn aanhouding, staat voor de rechtbank ook vast dat [medeverdachte 2] de persoon is die een lichtgrijze hoodie met capuchon droeg, zoals door de getuigen [getuige 1] , [getuige 2] en [getuige 3] is beschreven. [medeverdachte 2] stond buiten de woning, heeft gezien dat de kluis door het raam is gegooid en heeft meegeholpen met tillen en met het in de auto zetten van de kluis.
De verdachte zat op dat moment als bestuurder in de Opel Corsa.
Is [medeverdachte 1] de tweede man geweest die met de kluis heeft gesjouwd en deze in de Opel Corsa heeft getild? De rechtbank is van oordeel dat dit zo is.
[medeverdachte 1] is namelijk aangehouden in de nabijheid van de grijze Opel Corsa, in welke auto in de achterbak de kluis is aangetroffen die uit de woning aan de [adres] is gestolen.
Ook heeft de verdachte verklaard dat [medeverdachte 1] door hem en [medeverdachte 2] is opgehaald en bij hen in de auto zat. [medeverdachte 1] had bij zijn aanhouding een donkerblauw trainingsjack aan en zijn capouchon op. Gelet daarop en gelet op de getuigenverklaringen twijfelt de rechtbank er niet aan dat [medeverdachte 1] de tweede persoon is die de getuigen [getuige 1] , [getuige 2] en [getuige 3] met iets zwaars hebben zien sjouwen en die getuige [getuige 4] de woning binnen heeft zien gaan. Verder is in de woning een schoenspoor aangetroffen dat mogelijk van de rechterschoen van [medeverdachte 1] afkomstig is. Ten slotte droeg [medeverdachte 1] werkhandschoenen, terwijl het zomer was. Nu daar geen logische verklaring voor is gegeven of gebleken, gaat de rechtbank ervan uit dat [medeverdachte 1] deze handschoenen droeg om te voorkomen dat hij vingerafdrukken zou achterlaten in de woning, die mogelijk zijn identiteit en betrokkenheid zouden kunnen prijsgeven.
De rechtbank acht bewezen dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] samen de woninginbraak aan de [straat] hebben gepleegd, maar niet dat deze ’s nachts heeft plaatsgevonden. In de zomer is het om 07:00 uur al licht en zijn veel mensen al wakker en aan de dag begonnen.
Welke rol heeft de verdachte bij voornoemde woninginbraak gespeeld?
De verdachte zat in de buurt van de woning als bestuurder in de Opel Corsa te wachten.
Er werd een ruit ingegooid en een flink aantal buurtbewoners hoort een harde klap. Vervolgens kwamen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] moeizaam tillend en slepend met een kluis naar de auto, waarvan de kofferbak open stond en tilden zij de zware kluis erin. Nadat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] zijn ingestapt, rijdt de verdachte meteen en met hoge snelheid weg. Als hij door de politie wordt achtervolgd, stopt hij niet meteen en zodra hij is gestopt, rent de verdachte weg. Het kenteken aan de achterzijde van de auto ontbrak bovendien en is in de kofferbak van de auto aangetroffen.
Dat de verdachte niet wist dat er zou worden ingebroken en dat hij niet heeft gemerkt dat er vlakbij in een woning een ruit werd ingegooid en dat er een zware kluis in de Opel Corsa, waarvan de achterbak al open stond, werd gelegd, vindt de rechtbank niet geloofwaardig. Beoordelend naar de uiterlijke verschijningsvormen, waaronder de omstandigheid dat de verdachte met hoge snelheid is weggereden nadat de kluis in de auto was gelegd en hij niet gestopt is voor de politie en ook nog eens is weggerend toen de politie hem wilde aanhouden, is de rechtbank van oordeel dat de verdachte opzet had op het plegen van de woninginbraak en ook op de door hem daarbij geboden hulp. Dat de verdachte enkel is gevlucht omdat hij in het verleden negatieve ervaringen heeft gehad met de politie, zoals hij ter zitting heeft verklaard, vindt de rechtbank in het licht van het voorgaande niet geloofwaardig.
De rechtbank vindt dat de verdacht zich dan ook schuldig heeft gemaakt aan medeplichtigheid aan voornoemde woninginbraak. Hij heeft geholpen bij de inbraak door in de auto in de buurt van de inbraak te wachten en daarna met de inbrekers en de kluis in de auto weg te rijden. De rechtbank zal hem van het medeplegen vrijspreken.
Feit 2
Op 11 juli 2018 in de vroege ochtend, even na 07:00 uur, is tegen de auto van
[slachtoffer 2] aangereden, terwijl deze op de [straat] te Den Haag geparkeerd stond. De linker zijspiegel van de auto is hierdoor ontzet. Degene die de auto heeft aangereden heeft geen persoonsgegevens achtergelaten.
Getuige [getuige 6] was op woensdag 1 juli 2017 omstreeks 07:00 uur in de [straat] in
Den Haag toen zij piepende banden uit de richting van de [straat] hoorde komen.
Zij zag een lichtgrijze auto met hoge snelheid de hoek om komen rijden. Zij hoorde een klap en zag dat van een geparkeerde auto met kenteken [kenteken] de linker zijspiegel er af lag.
De verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij achter zich blauwe lichten zag en getoeter hoorde en toen niet echt oplette. Hij hoorde iets, hij denkt de spiegel van de Opel, maar hij stopte niet. De verdachte heeft verklaard dat hij niet weet wat hem bezielde en dat het dom was.
De rechtbank vindt op grond van het voorgaande wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de plaats van een ongeval heeft verlaten, terwijl hij wist of in ieder geval had moeten vermoeden dat hij aan de eigenaar van de auto schade heeft toegebracht.
De rechtbank vindt de verklaring van de verdachte ter zitting dat hij een andere auto zou hebben geraakt en dat hij wel gestopt zou zijn, maar dat hij door zijn direct daarop volgende aanhouding niet meer in de gelegenheid was om zijn gegevens achter te laten, ongeloofwaardig. Dit strookt niet met wat de getuige heeft verklaard en zijn eigen verklaring bij de politie, en is ook op geen andere manier aannemelijk geworden.