ECLI:NL:RBDHA:2018:12854
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek wegens te late indiening
In deze zaak heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag op 29 oktober 2018 uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van DeNieuweCommissaris Consult B.V. en DNC Opleiding & Search B.V. Het wrakingsverzoek werd ingediend door de verzoekers, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. A.W. Duthler, en was gericht tegen mr. M.E. Groeneveld-Stubbe, de rechter in een aanhangige procedure. De verzoekers stelden dat de rechter partijdig was, gebaseerd op eerdere ervaringen van hun wettelijk vertegenwoordiger met deze rechter in een andere zaak. De verzoekers voerden aan dat de rechter hen mogelijk herkende en daardoor vooringenomen zou zijn in de huidige procedure.
De wrakingskamer oordeelde dat het verzoek tot wraking niet tijdig was ingediend. Het verzoek was pas op 2 oktober 2018 ingediend, terwijl de verzoekers al op 13 september 2018 tijdens de zitting bekend waren geworden met de feiten die tot het wrakingsverzoek leidden. De wrakingskamer benadrukte dat het karakter van het wrakingsinstituut vereist dat verzoeken onmiddellijk worden ingediend zodra er aanleiding toe is. Het tijdsverloop van 2,5 week was niet te rechtvaardigen en leidde tot de conclusie dat de verzoekers niet-ontvankelijk waren in hun wrakingsverzoek.
De wrakingskamer besloot dat het proces in de hoofdzaak voortgezet moest worden in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.