Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Beschikking van de kinderrechter
Ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing
Het procesverloop
Feiten
Verzoek
Beoordeling
Beslissing
6 augustus 2018 te 12:00 uur;
Rechtbank Den Haag
In deze zaak, behandeld door de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag, is op 19 juli 2018 uitspraak gedaan over een verzoek tot ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [Minderjarige 1] en [Minderjarige 2]. Het verzoekschrift was ingediend door de Raad voor de Kinderbescherming, Regio Haaglanden, op 22 juni 2018. De moeder van de minderjarigen, die het ouderlijk gezag heeft, was vertegenwoordigd door haar advocaat, mr. L. Rijsdam. De vader, die als informant werd aangemerkt, was niet bijgestaan door een advocaat.
Tijdens de zitting op 19 juli 2018, die met gesloten deuren plaatsvond, werd vastgesteld dat de vader niet voldoende Nederlands verstond. De kinderrechter oordeelde dat het van belang was dat de vader bijgestaan werd door een tolk, zodat hij de vragen van de kinderrechter goed kon begrijpen. Om deze reden werd de behandeling van het verzoek aangehouden tot een latere zitting, waarbij de vader de mogelijkheid zou krijgen om met een tolk aanwezig te zijn.
De kinderrechter heeft in haar beslissing aangegeven dat de vader niet als belanghebbende kan worden aangemerkt, omdat hij niet belast is met het gezag of de dagelijkse verzorging van de minderjarigen. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.