ECLI:NL:RBDHA:2018:12502
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot opheffing van conservatoire beslagen in kort geding met betrekking tot vastgoedexploitatie
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 23 oktober 2018 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser] en Solidiam Vorderingen B.V. [Eiser], vertegenwoordigd door advocaat mr. P.J. Soede, vorderde de opheffing van conservatoire beslagen die door Solidiam Vorderingen waren gelegd. De achtergrond van de zaak betreft een geschil over geldleningen die [eiser] zou hebben verstrekt aan Solidiam N.V. en de gevolgen van de daaropvolgende beslagleggingen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de door Solidiam Vorderingen ingeroepen vorderingen ondeugdelijk zijn, omdat de beslagen geen doel hebben getroffen en de schade die Solidiam Vorderingen stelt te hebben geleden onvoldoende is onderbouwd. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de conservatoire beslagen, met uitzondering van de beslagen op de onroerende zaken van [eiser], opgeheven dienen te worden. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is gewezen door mr. S.J. Hoekstra-van Vliet en is openbaar uitgesproken op 23 oktober 2018.