ECLI:NL:RBDHA:2018:12168
Rechtbank Den Haag
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag Tunesische eiser kennelijk ongegrond verklaard, beroep niet-ontvankelijk
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 oktober 2018 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Tunesische eiser. De eiser had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 14 september 2018 afgewezen als kennelijk ongegrond. De eiser heeft hiertegen beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 8 oktober 2018, waar de eiser en zijn gemachtigde niet verschenen, heeft de rechtbank vastgesteld dat de eiser met onbekende bestemming is vertrokken, zoals blijkt uit een melding in het digitale dossier. De rechtbank concludeert dat de eiser geen procesbelang meer heeft bij de behandeling van het beroep, aangezien hij niet langer prijs stelt op toelating tot Nederland. Daarom heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is mondeling gedaan en de beslissing is openbaar uitgesproken door rechter J.F.I. Sinack in aanwezigheid van griffier A.S. Hamans. Tegen deze uitspraak kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.