ECLI:NL:RBDHA:2018:12167
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van Syrische eiser niet-ontvankelijk verklaard wegens internationale bescherming in Italië
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 oktober 2018 uitspraak gedaan in een asielprocedure van een Syrische eiser. De eiser had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze werd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft de zaak behandeld in het kader van het bestuursrecht en het vreemdelingenrecht, waarbij de zitting op 3 mei 2018 werd geopend en op 4 oktober 2018 werd hervat. De eiser, die uit Syrië was gevlucht, had verklaard dat hij in Italië asiel had moeten aanvragen en dat hij daar geen toegang had tot onderdak en werk. De rechtbank oordeelde dat de eiser al internationale bescherming had in Italië, zoals bevestigd door de Italiaanse autoriteiten. De rechtbank heeft de beroepsgrond van de eiser dat de behandeling van zijn beroep moest worden aangehouden in afwachting van prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie, verworpen. De rechtbank concludeerde dat de Staatssecretaris terecht had geoordeeld dat de asielaanvraag niet-ontvankelijk was, omdat de eiser al bescherming genoot in Italië. Het beroep van de eiser werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.