ECLI:NL:RBDHA:2018:12103
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvragen van Georgische burgers op grond van kennelijk ongegrondheid en veilig land van herkomst
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 september 2018 uitspraak gedaan in een bodemprocedure betreffende de afwijzing van asielaanvragen van twee burgers uit Georgië. De aanvragen werden door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond. Eisers, die problemen ondervonden met de onderwereldfamilie van eiseres, stelden dat zij bedreigd en mishandeld waren, en dat de Georgische autoriteiten hen geen bescherming konden bieden. De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris zich terecht op het standpunt stelde dat het asielrelaas van eisers ongeloofwaardig was, omdat zij geen originele identificerende documenten hadden overgelegd en hun verklaringen summier en tegenstrijdig waren. De rechtbank concludeerde dat Georgië als een veilig land van herkomst kan worden beschouwd en dat eisers niet aannemelijk hebben gemaakt dat zij bescherming nodig hadden. De rechtbank verklaarde de beroepen ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.