ECLI:NL:RBDHA:2018:12101
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige maatregel van bewaring en schadevergoeding in vreemdelingenrechtelijke zaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 oktober 2018 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser, opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank oordeelde dat de maatregel van bewaring niet deugdelijk was gemotiveerd, omdat verweerder niet had aangetoond dat er een concreet aanknopingspunt voor overdracht aan Duitsland bestond. Eiser had tegen het bestreden besluit beroep ingesteld, waarbij hij stelde dat de grondslag voor de maatregel onjuist was. De rechtbank volgde eiser in zijn standpunt en oordeelde dat de maatregel van bewaring vanaf het moment van opleggen onrechtmatig was. De rechtbank heeft de opheffing van de maatregel van bewaring bevolen en eiser een schadevergoeding van € 1.120,- toegekend voor de onrechtmatige detentie van 14 dagen. Daarnaast werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 1.002,-. De uitspraak is openbaar gedaan en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen één week na bekendmaking.