3.2De beoordeling van de tenlastelegging
Aangever G. Wildersheeft verklaard dat hij op 26 april 2017 constateerde dat er door @ [verdachte] drie bedreigende tweets op Twitter waren geplaatst.
De inhoud van het eerste bericht was: “
My army is coming to kill you @geertwilderspvv & the rest of your fascist criminals #pvv. No law can stop me, you are cursed for etenity”. Achter deze tekst stond een getekende afbeelding van een mes.
De inhoud van het tweede bericht was: "
The day that @geertwilderspvv #Wilders dies i will give a party away to all the people who had to live under attack of fascist scumbags NL!".
De inhoud van het derde bericht was: "
On the 4 of 4 May 2016 #wilders challenges the muslims with a sword in this way. Now i am going to cut his head away! Don't complain @PVV". Achter deze tekst stond een getekende afbeelding van een pistool, een bom en een mes.
Na onderzoek in open bronnen werden nog twee bedreigende tweets van hetzelfde account aan aangever voorgelegd (tweet 4 en 5). De inhoud van het vierde bericht was: "
Make my day scumbags. Grote mond hebben jullie wel. Als puntje bij paaltje komt gaan jullie janken. Het liefst zou ik hem zelf willen". Achter deze tekst stond een getekende afbeelding van een pistool.
De inhoud van de vijfde tweet was:
"@geertwilderspvv uiteindelijk gaat jou kop er af. Denk je dat we op de basisschool lopen te knikkeren als jij mijn toekomst loopt te verpesten?" . Onder de tekst stonden onder andere foto’s van een hakblok met een bijl, een foto van een hoofd gescheiden van een lichaam en een foto van een in het donker gekleed persoon met een capuchon over zijn hoofd en een hakbijl in zijn hand.
Aangever voelde zich door de inhoud van de tweets ernstig bedreigd en was bang dat de afzender van deze tweets hem daadwerkelijk van het leven zou (laten) beroven.
Verdachteheeft bij de politie verklaard dat @ [verdachte] zijn twitteraccount is en dat hij de tenlastegelegde tweets heeft geplaatst.Hij heeft deze tweets en afbeeldingen niet bedreigend bedoeld en zou Wilders ook nooit iets aandoen. De tweets moeten gezien worden als beeldspraak, aldus verdachte.
Conclusies van de rechtbank
Op grond van bestendige jurisprudentie is voor een veroordeling wegens bedreiging als bedoeld in artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht vereist dat de bedreigde daadwerkelijk op de hoogte is geraakt van de bedreiging, dat de bedreiging van dien aard en onder zodanige omstandigheden is geschied dat bij de bedreigde in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat hij het leven zou kunnen verliezen en dat het opzet van de verdachte daar ook op gericht is geweest.
Verdachte heeft de tweets op een openbaar forum geplaatst en uit de aangifte blijkt dat Wilders hiervan op de hoogte is geraakt. De gebezigde teksten kunnen in onderlinge samenhang en zeker in combinatie met de gebruikte afbeeldingen bij ieder weldenkend mens in redelijkheid vrees doen ontstaan dat zij het leven zouden kunnen verliezen. Die vrees is bij Wilders ook ontstaan, zo blijkt uit de aangifte. Dat verdachte heeft verklaard dat hij Wilders nooit iets aan zou doen, doet hier niets aan af, omdat voor een strafbare bedreiging niet is vereist dat de bedreiger van plan is uitvoering te geven aan hetgeen waarmee hij dreigt. Verdachte heeft naar het oordeel van de rechtbank voorts opzet, in ieder geval in voorwaardelijke zin, gehad om bij het slachtoffer de redelijke vrees te laten ontstaan dat hij het leven zou verliezen, nu de gekozen teksten in combinatie met elkaar en met bijgevoegde afbeeldingen evident bedreigend zijn en verdachte zich daarom bewust moet zijn geweest van het effect van zijn teksten.
Verdachte heeft nog aangevoerd dat hij de tweets heeft gebruikt om op artistieke wijze uiting te geven aan zijn opvattingen. Voor zover verdachte bedoeld heeft zich hiermee te beroepen op de hem toekomende vrijheid van meningsuiting, welke ruimer zou zijn als het gaat om uitingen van kunst, faalt dit verweer.
De vrijheid van meningsuiting, ook in de vorm van kunst, wordt begrensd door de wet en vormt geen schuilplaats voor degene die een ander met de dood bedreigt, ook niet als dit op een meer of minder artistieke wijze gebeurt.
De rechtbank acht derhalve wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.