ECLI:NL:RBDHA:2018:11862
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en Dublin-overdracht naar Italië
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 september 2018 uitspraak gedaan in een beroep tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, een Algerijnse man, had een asielaanvraag ingediend, maar deze werd niet in behandeling genomen omdat Italië verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van zijn aanvraag op basis van de Dublin-verordening. Eiser had op 24 november 2017 illegaal via Italië de Europese Unie binnengekomen, en Italië had een verzoek om terugname geaccepteerd.
Eiser heeft tegen het besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening in afwachting van de uitkomst van zijn beroep. Tijdens de zitting op 6 september 2018 zijn eiser en zijn gemachtigde niet verschenen, terwijl de gemachtigde van de staatssecretaris wel aanwezig was. De rechtbank heeft na de behandeling van de zaak onmiddellijk uitspraak gedaan.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard. De rechtbank overwoog dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij niet aan Italië kan worden overgedragen, ondanks zijn verwijzingen naar de leefomstandigheden en medische zorg voor asielzoekers in Italië. De rechtbank concludeerde dat er geen bijzondere individuele omstandigheden waren die een inhoudelijke behandeling van de asielaanvraag door de staatssecretaris vereisten. De beslissing is openbaar uitgesproken door rechter J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier S.A.K. Kurvink.