ECLI:NL:RBDHA:2018:11743
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.W. Vogels
- Rechtspraak.nl
Einde schuldsaneringsregeling met schone lei en beoordeling van de rol van de bewindvoerder
Op 2 oktober 2018 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een schuldenaar die onder de schuldsaneringsregeling viel. De rechtbank had eerder, op 29 juli 2014, de schuldsaneringsregeling uitgesproken en mr. G.H.M. Smelt benoemd tot rechter-commissaris, terwijl mr. G.J. van Rossen als bewindvoerder was aangesteld. De looptijd van de regeling was verlengd tot 29 juli 2018. De bewindvoerder diende een verslag in over de beëindiging van de regeling en op 18 september 2018 vond een zitting plaats waarbij zowel de schuldenaar als de bewindvoerder aanwezig waren.
De rechtbank moest beoordelen of de schuldenaar tekort was geschoten in de nakoming van verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling. De rechtbank concludeerde dat de schuldenaar niet toerekenbaar tekort was geschoten in de informatieverplichting, aangezien hij niet op de hoogte was van een aanzienlijke schuld aan de Belastingdienst ten tijde van zijn verzoek om schuldsanering. De bewindvoerder had deze schuld pas later gemeld, wat leidde tot de conclusie dat de schuldenaar alle overige verplichtingen naar behoren was nagekomen.
De rechtbank besloot dat de schuldsaneringsregeling eindigde met een 'schone lei' voor de schuldenaar. Tevens werd de rol van de bewindvoerder onder de loep genomen, waarbij de rechtbank overwoog de vergoeding van de bewindvoerder te halveren vanwege het niet tijdig melden van de verhoogde schuldenlast. De rechtbank hield verdere beslissingen aan in afwachting van de reactie van de bewindvoerder.