ECLI:NL:RBDHA:2018:11548
Rechtbank Den Haag
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag niet in behandeling genomen op grond van Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 augustus 2018 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een asielzoeker, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Spanje verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag, op basis van de Dublinverordening. Eiser had zijn aanvraag ingediend na een reis vanuit Turkije naar Spanje met een Spaans visum. Spanje had ingestemd met de overname van eiser, wat de staatssecretaris de mogelijkheid gaf om de aanvraag niet in behandeling te nemen.
Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening om overdracht aan Spanje te voorkomen. Tijdens de zitting op 30 augustus 2018 is eiser echter niet verschenen, terwijl de gemachtigde van de staatssecretaris wel aanwezig was. Na de behandeling heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan en het beroep ongegrond verklaard.
De rechtbank overwoog dat de staatssecretaris terecht had vastgesteld dat Spanje verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag. Eiser had niet aannemelijk gemaakt dat er systematische tekortkomingen waren in de asielprocedure of opvangvoorzieningen in Spanje. Bovendien was er geen bewijs dat Spanje zich niet aan zijn internationale verplichtingen zou houden. De rechtbank concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de staatssecretaris verplichtten om de behandeling van de asielaanvraag zelf op zich te nemen. De uitspraak werd openbaar gemaakt en er werd aangegeven dat er binnen een week hoger beroep kon worden ingesteld.